Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:414, 13/00536 en 13/00537

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:414, 13/00536 en 13/00537

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
21 januari 2014
Datum publicatie
31 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:414
Zaaknummer
13/00536 en 13/00537

Inhoudsindicatie

Navordering. Vaststellingsovereenkomst. Kenbaarheid onjuiste vaststelling primitieve aanslag.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 13/00536 en 13/00537

uitspraakdatum: 21 januari 2014

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 21 maart 2013, nummers AWB 12/5115 en 12/5116, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende zijn over het jaar 2008 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.666 en een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw), berekend naar een bijdrage-inkomen van € 28.666. Daarbij is aan heffingsrente in rekening gebracht € 574 onderscheidenlijk € 119.

1.2

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de navorderingsaanslagen gehandhaafd en de beschikkingen inzake de heffingsrente verminderd tot nihil.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Oost-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 21 maart 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben.

1.6

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 9 januari 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: belanghebbende alsmede [A] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende woont in Nederland. In de jaren 2007, 2008 en 2009 heeft hij - telkens op basis van tijdelijke contracten - als zogenoemde ‘contractor’ gewerkt voor de Verenigde Naties (hierna: VN). De werkzaamheden - die in Thailand, Zuid-Korea en in de Verenigde Staten werden verricht - lagen op het gebied van de automatisering. In het onderhavige jaar (2008) heeft belanghebbende uit dien hoofde een bedrag van € 39.727 aan inkomsten genoten. In de contracten die belanghebbende met de VN heeft gesloten is bepaald dat:

“The Contractor shall have the legal status of an independent contractor vis-á-vis the United Nations, and shall not be regarded, for any purposes, as being either a “staff member” of the United Nations, under the United Nations Staff Regulations and Rules, or an “official” of the United Nations , for purposes of the Convention on the Privileges and Immunities of the Unites Nations, adopted by the General Assembly of the United Nations on 13 February 1946.”

2.2

In het kader van de aanslagregeling IB/PVV 2007 heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat zijn inkomsten van de VN winst uit onderneming vormen. Bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2007 (12 maart 2010) heeft de Inspecteur de inkomsten van belanghebbende van de VN echter belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar is door de Inspecteur bij uitspraak van 9 juli 2010 afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank Arnhem ingesteld (nummer AWB 10/3034).

2.3

In zijn op 23 augustus 2009 ingediende aangifte IB/PVV 2008 heeft belanghebbende de door hem van de VN ontvangen inkomsten van € 39.727 verantwoord als vrijgestelde inkomsten uit dienstbetrekking, waardoor het belastbaar inkomen uit werk en woning volgens de aangifte nihil beliep. Daarbij heeft belanghebbende zich laten leiden door de op de website van de Belastingdienst (http://www.belastingdienst.nl/particulier/aangifte 2008/werk_woning) vermelde toelichting op de aangifte IB/PVV 2008 bij het onderdeel ‘Vrijgestelde inkomsten als functionaris bij internationale organisatie’. Deze toelichting behelst, voor zover hier van belang, het volgende:

“(…)

Had u in 2008 inkomsten van een internationale organisatie? Dan zijn uw inkomsten vrijgesteld zijn van belasting in Nederland. Dit kan gelden voor uw inkomsten uit tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking. Deze inkomsten tellen niet mee bij het berekenen van uw inkomstenbelasting. (…)

Tegenwoordige dienstbetrekking

U hebt de vrijstelling als u werkte bij bijvoorbeeld:

(…)

de Verenigde Naties

(…)

Als u vrijgestelde inkomsten had als functionaris bij een internationale organisatie, vul dan het bedrag van de vrijgestelde inkomsten in. (…)

(…)

Meer informatie

Meer informatie over vrijgestelde inkomsten als functionaris van een internationale organisatie kunt u krijgen bij het Centraal Bureau Internationale Fiscale Behandeling van Belastingdienst Haaglanden. (…)

En verder:

In het scherm ‘Vrijgestelde inkomsten als functionaris bij een internationale organisatie’ vult u uw vrijgestelde inkomsten in van een internationale organisatie. Uw inkomsten zijn vrijgesteld van belasting in Nederland als u werkte bij bijvoorbeeld: (…) de Verenigde Naties (…) De vrijgestelde inkomsten tellen niet mee bij het berekenen van uw inkomstenbelasting. (…)

Vrijgestelde inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking

Vul uw vrijgestelde inkomsten in die u in 2008 had dankzij uw huidige functie bij een internationale organisatie. Het bedrag dat u hier invult, hoeft u niet aan te geven in de volgende schermen: Loon, pensioen e.d. (inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking), buitenlands loon, pensioen e.d. (buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking), aftrek ter voorkoming van dubbele belasting (…)”

Meer informatie

Bel voor meer informatie over vrijgestelde inkomsten als functionaris bij een internationale organisatie de BelastingTelefoon”

2.4

In het kader van de onder 2.2 genoemde beroepsprocedure over de aanslag IB/PVV 2007 hebben belanghebbende en de Inspecteur ervoor gekozen het geschil via mediation op te lossen. Onder begeleiding van mediator [B] hebben partijen op 3 november 2010 een vaststellingsovereenkomst gesloten die betrekking heeft op de jaren 2007, 2008 en 2009. De vaststellingsovereenkomst behelst, voor zover te dezen van belang, het volgende:

“(…)

a. Tussen partijen is een geschil ontstaan inzake het zelfstandig ondernemerschap voor de inkomstenbelasting en toepassing van de daarmee verband houdende fiscale aftrekmogelijkheden als zelfstandigenaftrek, startersaftrek, mkb vrijstelling en fiscale oudedagsreserve (…)

Komen nader overeen als volgt:

• De werkzaamheden voor de VN door (…) [Hof: belanghebbende] in de jaren 2007, 2008 en

2009 kwalificeren niet voor het fiscaal ondernemerschap voor de inkomstenbelasting en mitsdien zullen de ondernemersfaciliteiten buiten toepassing blijven.

• De in de aangifte 2007 opgevoerde verwervingskosten worden door de fiscus geaccepteerd. Voor de jaren 2008 en 2009 zal (…) [Hof: belanghebbende] toegestaan worden de werkelijke verwervingskosten alsnog in aftrek te brengen.

• Voor de jaren 2007, 2008 en 2009 wordt het (…) [Hof: belanghebbende] toegestaan om een extra aftrekpost op te voeren van 12% van de bruto VN-inkomsten verminderd met de opgevoerde werkelijke kosten.

• Deze overeenkomst vormt de basis voor verdere uitwerking door partijen t.w. concrete cijfermatige toepassing en juridische omschrijving van de overeengekomen afspraken.

(…)”

2.5

Bij brief van 4 november 2010 heeft de Inspecteur belanghebbende het volgende geschreven:

‘(…)

Betreft

Concrete cijfermatige toepassing en juridische omschrijving van de bij mediation M 05-[00000000] vaststellingsovereenkomst overeengekomen afspraken

(…)

Ad 1) overeengekomen is dat u voor de jaren 2007, 2008 en 2009 in aftrek wordt gelaten een extra aftrekpost die gebaseerd is op 12% van de bruto United Nations-inkomsten verminderd met de opgevoerde werkelijke kosten. Cijfermatig is deze aftrekpost 12% van € 38.989 voor het fiscaaljaar IB/PVV 2007.

Ad 2) De juridische omschrijving van hetgeen overeengekomen is, is een fiscale vaststellingsovereenkomst. De definitieve aanslag IB/PVV 2008 en 2009 zullen ten aanzien van de United Nations-inkomsten dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(…)’.

2.6

Met dagtekening 11 november 2011 heeft de Inspecteur de primitieve aanslag IB/PVV 2008 van belanghebbende vastgesteld. De aanslag is, overeenkomstig de aangifte van belanghebbende, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil. Het bedrag van de verschuldigde belasting beloopt eveneens nihil.

2.7

Bij brief van 20 februari 2012 heeft de Inspecteur belanghebbende bericht hem een navorderingsaanslag IB/PVV 2008 en een navorderingsaanslag Zvw 2008 op te zullen leggen. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende vermeld:

“(…)

Uit nader onderzoek is mij gebleken dat de definitieve aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2008, (…), tot een te laag bedrag is opgelegd. Deze aanslag is opgelegd overeenkomstig de door u op 23 augustus 2009 ingediende aangifte. Hierbij is geen rekening gehouden met de vaststellingsovereenkomst van 4 november 2010.

De inkomsten van de V.N. bedragen volgens uw opgave € 39.727. Hierop in mindering breng ik een (werkelijke) kostenaftrek van 18% is € 7.151. (…). Op grond van de eerder genoemde vaststellingsovereenkomst heeft u recht op een extra aftrek van 12% van de inkomsten verminderd met de “werkelijke” kosten. Dit is een bedrag van € 3.910 (…). Dit betekent dat de navorderingsaanslagen zullen worden opgelegd naar een belastbaar inkomen van € 28.666.

(…)”

2.8

Met dagtekening 28 april 2012 zijn vervolgens door de Inspecteur de onderhavige navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en Zvw 2008 opgelegd, waarbij belanghebbende voorts heffingsrente in rekening is gebracht.

2.9

In bezwaar heeft de Inspecteur de navorderingsaanslagen gehandhaafd, doch de beschikkingen inzake de heffingsrente verminderd tot nihil. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

2.10

Op de website van de Belastingdienst is voor het jaar 2012 als toelichting op de vrijgestelde inkomsten verkregen bij internationale organisaties het volgende vermeld:

“(…) Inkomsten als werknemer bij een internationale organisatie

Had u in 2012 inkomsten als werknemer bij een internationale organisatie? Dan zijn uw inkomsten misschien vrijgesteld van belasting in Nederland. Vrijgestelde inkomsten tellen niet mee bij het berekenen van uw inkomstenbelasting. (…)

Om welke organisaties gaat het?

De inkomsten zijn vrijgesteld als u werkte bij bijvoorbeeld:

(…)

Verenigde Naties (…)”

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur bevoegd is de onderhavige navorderingsaanslagen aan belanghebbende op te leggen. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de op de navorderingsaanslagen betrekking hebbende uitspraken op bezwaar en tot vernietiging van de navorderingsaanslagen.

3.4

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing