Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4207, 13/01061

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4207, 13/01061

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 mei 2014
Datum publicatie
6 juni 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:4207
Zaaknummer
13/01061

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Eigenwoningregeling. Nieuw te bouwen woning in Frankrijk. Eigen woning in aanbouw? Passeren bewijsaanbod.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

nummer 13/01061

uitspraakdatum: 27 mei 2014

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (Frankrijk) (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 september 2013, nummer AWB 13/521, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost/kantoor Almelo (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.850. Daarnaast is bij beschikking een bedrag van € 499 aan heffingsrente in rekening gebracht en is bij afzonderlijke beschikking een verzuimboete van € 226 opgelegd.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 28 december 2011 de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 53.846 en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. De Inspecteur heeft de boetebeschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 september 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, [A] (de echtgenoot van belanghebbende; hierna ook: de echtgenoot)) en mr. [B] als gemachtigde van belanghebbende, alsmede [C] en mr. drs. [D] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De feiten

2.1

Belanghebbende en haar echtgenoot hebben in 2007 een stuk bouwgrond gekocht in Frankrijk. In verband met de aankoop van de grond en aanbouw van de daarop te realiseren woning is een bedrag van € 260.000 geleend bij de CIC Banque. In het “OFFRE DE PRET IMMOBILIER” staat het volgende vermeld.

OBJET:

Achat d’un terrain à construire d’une surface de 8400 m² et construction d’une maison d’une surface habitable de 415 m² comprenant 10 pièces à titre de résidence secondaire à usage locatif.”

2.2

In de bouwaanvraag van 25 april 2008 is onder meer het volgende.

“Mode d’utilisation principale des logements:

Résidence principale □ Résidence secondaire □ Vente □ Location □”

Op de aanvraag is het vakje achter ‘Résidence secondaire’ aangekruist.

2.3

In het dossier bevindt zich een A4’tje met daarop onder meer een door belanghebbende of haar echtgenoot met de hand opgestelde tijdbalk. De begindatum van de tijdbalk is gesteld op 31 maart 2008 met de aantekening “permit de constr”. De einddatum van de tijdbalk is gesteld op april 2009 en komt vlak na de aantekening “afwerking tuin”. Het met de hand opgestelde A4’tje vermeldt verder onder meer het volgende.

“website  werven  1e bezetting Toren (privé)

2x verhuren app

schoonmaak+beheer+tuinonderhoud

sleuteluitgifte”

2.4

In de aangifte 2008 heeft belanghebbende onder de post “betaalde rente en kosten geldleningen eigen woning onder andere in aftrek gebracht een bedrag van € 6.844 betrekking hebbend op de in 2.1 genoemde lening.

2.5

In 2009 is de bouw van de woning in Frankrijk gestart. De woning bestaat uit drie gedeelten. Het eerste deel is opgeleverd in 2010, het tweede in 2011 en de hoofdwoning is opgeleverd in 2012.

2.6

In 2008 vormde de woning gelegen aan de [a-straat] 102 te [L] belanghebbendes hoofdverblijf in de zin van artikel 3.111, eerste lid van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Deze woning is op 29 oktober 2008 op www.funda.nl te koop aangeboden. De woning was bij het sluiten van het onderzoek nog immer niet verkocht en inmiddels verhuurd aan derden.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende het in 2.4 genoemde bedrag van € 6.844 in mindering kan brengen op het belastbaar inkomen uit werk en woning.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Inspecteur ontkennend.

3.3

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing