Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-06-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4322, 13/01028

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-06-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4322, 13/01028

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 juni 2014
Datum publicatie
13 juni 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:4322
Zaaknummer
13/01028

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waardevaststelling twee-onder-een-kapwoning. Gemeente maakt vastgestelde waarde aannemelijk.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/01028

uitspraakdatum: 3 juni 2014

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 augustus 2013, nummer AWB 13/1326, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bronckhorst (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 12 te [Z] voor het kalenderjaar 2012 – naar de waardepeildatum 1 januari 2011 – vastgesteld op € 221.000. In het desbetreffende geschrift is tevens de aanslag onroerende-zaakbelasting (hierna: aanslag OZB) bekend gemaakt.

1.2

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar de waarde van de onroerende zaak en de aanslag OZB gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 22 augustus 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft bij brief van 1 oktober 2013, ingekomen bij het Hof op 2 oktober 2013, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2014 te Arnhem. Belanghebbende is vertegenwoordigd door haar gemachtigde [A]. Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [B] en taxateur [C].

1.7

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak [a-straat] 12 te [Z] (hierna: de onroerende zaak). Het betreft een twee-onder-een-kapwoning met een inhoud van 339 m3. De woning is gelegen op een perceel van 405 m2. Tot de onroerende zaak behoort verder een garage van 21 m2 en een berging van 13 m2. Het bouwjaar van de woning is 1968.

3 Geschil

3.1

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011 te hoog is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende betoogt dat twee van de drie vergelijkingsobjecten niet vergelijkbaar zijn voor wat betreft ligging en bouwjaar en dat de lage verkoopprijs van het derde vergelijkingsobject niet kan worden verklaard door de slechte staat van onderhoud. Tevens voert zij aan dat onvoldoende rekening is gehouden met de verschillen tussen Voor-[Z] en Achter-[Z]. Verder stelt belanghebbende zich op het standpunt dat de waarde van de onroerende zaak te hoog is vastgesteld in vergelijking met de verkoopprijs van [a-straat] 20 en de WOZ-waarde van [b-straat] 13 en dat de waardeontwikkeling van de onroerende zaak niet strookt met de algemene waardeontwikkeling.

3.3

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 221.000. Ter staving daarvan wijst de heffingsambtenaar op een taxatierapport van WOZ-taxateur [C] van 23 mei 2013 waarin de waarde eveneens is getaxeerd op € 221.000.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde.

3.5

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing