Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-06-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4700, 13/00662
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-06-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4700, 13/00662
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 juni 2014
- Datum publicatie
- 16 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:4700
- Zaaknummer
- 13/00662
Inhoudsindicatie
In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2009 bij uitspraak op bezwaar heeft vastgesteld op het juiste bedrag.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 13/00662
uitspraakdatum: 11 juni 2014
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 juni 2013, nummer AWB LEE 12/1528, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is met dagtekening 7 december 2011 voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.647. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 182.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur het bezwaar gegrond verklaard en het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 14.369. De heffingsrente is verminderd tot € 177.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 18 juni 2013 ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft, gelijktijdig met het onderzoek ter zitting in de zaak van belanghebbende, geregistreerd onder nummer 13/00661, plaatsgevonden op 11 maart 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [B].
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is geboren op 26 september 1969.
Belanghebbende geniet in 2009 een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand van de gemeente [Z] van € 14.647.
Belanghebbende is in 2008 in de vorm een eenmanszaak gestart met het opzetten van een administratie-accountantskantoor, dat hij in 2009 heeft geprobeerd uit te breiden. Belanghebbende heeft in 2009 geen omzet behaald.
Belanghebbendes kantoor bevindt zich op zijn woonadres. Hij woont in een gehuurd appartement. Belanghebbende gebruikt meerdere delen van zijn woning voor zijn werkzaamheden, waaronder zijn woonkamer. Er is geen afzonderlijk toilet voor een als bedrijfsruimte aan te merken ruimte in de woning; evenmin is er een afzonderlijke op – of ingang.
Belanghebbende heeft op 23 april 2010 een aangifte IB/PVV voor het jaar 2009 ingediend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van negatief € 882. Elementen van deze aangifte zijn onder meer een bedrag aan belastbare winst uit onderneming van negatief € 15.469. Tot de belastbare winst behoren onder meer de volgende posten:
Zelfstandigenaftrek € 11.321
MKB-winstvrijstelling € 1.814
Afschrijvingen € 260
Huisvestingskosten € 1.542
Kosten Schulden/rentelasten € 4.160.
Bij brief van 1 november 2011 schrijft de Inspecteur aan belanghebbende onder meer:
"Ik heb uw aangifte inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2009 beoordeeld.
Ik ben van plan van deze aangifte af te wijken.
(…)
Inkomsten uit overige werkzaamheden
De door u verrichte werkzaamheden worden in 2009 aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. (…)
Rekening Bizner-Bank:
Op 3 maart 2009 en 17 augustus 2009 boekt u bedragen naar uw privé-rekening van de SNS Bank met de omschrijving overboeking, investeringen en salaris. Ik ben van mening dat dit privé-uitgaven zijn.
Op 18 maart 2009 doet u betalingen bij de pinautomaat van NS-Groningen en NS-Zwolle. Uit uw agenda blijkt niet dat dit zakelijke uitgaven zijn geweest. Op 19 maart 2009 doet u een pinbetaling bij [C]-Groningen. Uit uw agenda blijkt niet dat dit zakelijk is. Op 21 september 2009 neemt u geld op bij de RABO/Drachten/Ureterp. Uit uw agenda blijkt niet dat dit een zakelijke uitgave is geweest. Ik ben van mening dat de rekening bij de Bizner-bank een privé-rekening is en de kosten niet aftrekbaar zijn.
Correctie kosten van schulden, rentelasten en soortgelijke kosten 4.160 euro.
Huisvestingskosten zijn op grond van artikel 3.16 Wet inkomstenbelasting niet aftrekbaar. Correctie huisvestingskosten 1.542 euro.
Uit niets blijkt dat er door u investeringen zijn gedaan. Correctie afschrijvingen inventaris 260 euro.
Ik ben van mening dat de door u vermelde uren voor de zelfstandigenaftrek niet aannemelijk zijn, (…)
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1)
Het berekende inkomen uit werk en woning volgens de aangifte € -822
Totaalbedrag van de afwijking(en) € 15.469
--------------
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 14.647".
Met dagtekening 7 december 2011 heeft de Inspecteur overeenkomstig de bij 2.6 vermelde brief de aanslag IB/PVV 2009 opgelegd.
Bij brief van 11 mei 2012 heeft belanghebbende de Inspecteur onder meer als volgt geïnformeerd:
"In reactie op uw brief van 24 april j.l. doe ik u mijn toelichting inzake de 4160 euro toekomen. Dit moet zijn 4226,44 euro en bestaat dus niet alleen uit rentelasten.
Rentelasten Bizner ( zie rekeningoverzicht) 475,07 euro
Rentelasten SNS bank ( zie rekeningoverzicht) 84,30 euro
Griffierecht en advocaatkosten SNS Bank [00.00.00.000] 1853,00 euro
Advocaatkosten en griffierecht Bizner [00.00.00.001] 1065,07 euro
( zie rekeningoverzicht voor bovenstaande posten)
Griffierecht procedures ( zie kwitanties) 749,00 euro
Totaal: 4.226,44 euro
(…)
Verder ben ik nog vergeten dat er een keer salaris is uitgekeerd van 1600 euro wat niet is afgetrokken per 04-03-2009 pagina 2 van het rekeningoverzicht van de snsbank [00.00.00.000].
Er zijn derhalve nog salariskosten van 1600 euro welke aftrekbaar zijn.".
Ook zijn volgens mij aftrekbaar de werkelijke zakelijke kosten van voeding drank en genotmiddelen maal 0,735 wat ik voor dit jaar nog niet heb gedaan.”
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2009 verminderd tot een aanslag berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.369, door alsnog een bedrag aan afschrijving van € 260 op inventaris en de kosten voor de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel ten bedrage van € 18 in aftrek toe te staan.
Belanghebbende heeft, hangende het beroep, op 25 juli 2012 op elektronische wijze een hernieuwde (tweede) aangifte IB/PVV 2009 ingediend bij verweerder. De Inspecteur heeft een print van deze aangifte aan de Rechtbank doorgezonden en bij zijn verweerschrift gevoegd. In deze aangifte geeft belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning aan van negatief € 3.762 door ten opzichte van de onder 2.5 vermelde aangifte, een bedrag van € 2.940 als kosten bij resultaat uit overige werkzaamheden op te voeren. Bij brief van 8 oktober 2012 schrijft belanghebbende aan de Inspecteur:
"Bijgaand doe ik u de specificatie toekomen van het bedrag van 2940,00 euro.
Dit betreffen zakelijke kosten voor representatie, lunches etc waarbij de werkelijke kosten worden afgetrokken maal 0,735.
Dit betreft voor bijlage 1 de rekening van Bizner de bedragen waar een sterretje voor staat met een totaal bedrag van 1172,93 euro.
Voor wat betreft de sns rekening ( bijlage 2) een bedrag van 1725,89 euro.
Dit geeft een totaal bedrag van 2898,82 euro maal 0,735=2130,63 euro.".
Belanghebbende heeft, hangende het beroep, op 2 en op 12 november 2012 op elektronische wijze een hernieuwde (derde en vierde) aangifte IB/PVV 2009 ingediend bij de Inspecteur. De Inspecteur heeft een print van deze aangiften bij zijn verweerschrift gevoegd. In deze aangiften claimt belanghebbende aftrek van pensioenlasten onder de noemer ‘personeelslasten’ en een aftrek wegens toevoeging aan een egalisatiereserve.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2009 bij uitspraak op bezwaar heeft vastgesteld op het juiste bedrag.
Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en tot een vermindering van de aanslag IB/PVV 2009. Ook concludeert belanghebbende tot een schadevergoeding.
In hoger beroep heeft belanghebbende uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk zijn stelling dat hij voldoet aan het urencriterium ingetrokken.
De Inspecteur beantwoordt de hiervoor - onder 3.1- vermelde vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. Van een schadevergoeding kan volgens de Inspecteur geen sprake zijn.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken.