Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5317, 13/01147, 13/01148 en 13/01149

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5317, 13/01147, 13/01148 en 13/01149

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 juli 2014
Datum publicatie
7 juli 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:5317
Formele relaties
Zaaknummer
13/01147, 13/01148 en 13/01149

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Belastingplicht. Woonplaats in Nederland?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 13/01147, 13/01148 en 13/01149

uitspraakdatum: 1 juli 2014

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 oktober 2013, nummers AWB 13/1947, 13/1948 en 13/1973, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Almelo (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.256 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 27.734. Tevens is bij beschikking € 488 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een verzuimboete van € 226 opgelegd.

1.2

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.961 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 27.916. Tevens is bij beschikking € 264 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een verzuimboete van € 984 opgelegd.

1.3

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.681 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 29.417. Tevens is bij beschikking € 254 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een verzuimboete van € 984 opgelegd.

1.4

Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslagen en de beschikkingen heffingsrente verminderd. De verzuimboetes zijn vernietigd.

1.5

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Oost-Nederland, thans rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 24 oktober 2013 inzake de aanslagen IB/PVV 2009 en 2010 gegrond verklaard voor zover deze zien op de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar, de beroepen inzake de aanslagen IB/PVV 2009 en 2010 voor het overige ongegrond verklaard en het beroep inzake de aanslag IB/PVV 2011 ongegrond verklaard.

1.6

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.7

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.8

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 mei 2014 te Arnhem. Belanghebbende is, hoewel daartoe op de juiste wijze uitgenodigd, niet verschenen. Namens de Inspecteur zijn verschenen en gehoord [A] en [B] namens de Inspecteur.

1.9

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2.De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is geboren op 26 maart 1947 en is interseksueel.

2.2

Belanghebbende beschikt over een woning in Portugal en een huurwoning in Nederland. Vanaf 2007 verblijft belanghebbende onafgebroken in Nederland.

2.3

Belanghebbende staat in de periode van 1 januari 2009 tot en met 23 mei 2013 in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) ingeschreven op het adres [a-straat] 65 te [Z].

2.4

Belanghebbende beschikt over bankrekeningen in Nederland.

2.5

Belanghebbende is directeur en 100 percent aandeelhouder van [C] B.V., welke statutair is gevestigd in [Z].

2.6

De Inspecteur heeft belanghebbende voor de jaren 2009, 2010 en 2011 uitgenodigd om aangifte IB/PVV te doen. Na herinneringen en aanmaningen te hebben verzonden heeft de Inspecteur ambtshalve aanslagen opgelegd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende voor de kalenderjaren 2009, 2010 en 2011 in Nederland belastingplichtig is voor de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende in Nederland woont.

3.2

De Inspecteur beantwoordt bovenstaande vragen bevestigend, belanghebbende ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4.Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing