Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5320, 13/00540
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5320, 13/00540
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 1 juli 2014
- Datum publicatie
- 7 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:5320
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:484
- Zaaknummer
- 13/00540
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Bekendmaking aanslag. Termijnoverschrijding bezwaar verschoonbaar?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/00540
uitspraakdatum: 1 juli 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 21 maart 2013, nummer AWB 12/4961, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almelo (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.000. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 2.245. Bij beschikking is een verzuimboete vastgesteld van € 113.
De Inspecteur heeft de door belanghebbende ingediende aangifte IB/PVV 2007 aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de aanslag IB/PVV 2007 en dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen die niet-ontvankelijkverklaring in beroep gekomen bij de rechtbank Oost-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 21 maart 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 november 2013 te Arnhem, waarbij tegelijkertijd de hoger beroepen van belanghebbende met de nummers 13/00865 en 13/00866 zijn behandeld. Ter zitting zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. drs. [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [B] .
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat het Hof aan partijen heeft toegestuurd. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst.
Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 21 mei 2014 te Arnhem, waarbij tegelijkertijd de hoger beroepen van belanghebbende met de nummers 13/00865 en 13/00866 zijn behandeld. Ter zitting zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. drs. [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [B] en [F] .
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is op 2 december 2004 failliet verklaard. Dit faillissement is op 2 februari 2011 opgeheven wegens een gebrek aan baten.
Voor de faillietverklaring is belanghebbende bestuurder geweest van verschillende vennootschappen.
Tegen belanghebbende is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld, waarvoor hij in april 2007 drie dagen op het politiebureau te Hengelo is verhoord.
De Inspecteur heeft een rapport overgelegd dat op 6 mei 2014 is opgesteld door [D] van de Belastingdienst/CA Rechtshandhaving. [D] heeft het volgende in het rapport vermeld:
“5. Onderzoek
Ik heb op 30 april 2014, in het kader van het hiervoor genoemde verzoek, de volgende systemen geraadpleegd:
- DAS (Digitaal Archief Systeem) - VA03 (SAP Verkooporderoverzicht)
- DACAS (COA-Archiefgegevens) - ZP05 (SAP Dispositielijst)
- BBA (Belastingdienst brede Berichten Administratie)
- TSOP (Time Sharing Option Production)
- ABS (Aanslag Belastingen Systeem)
Ik heb in ABS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB/PV het volgende waargenomen:
Dat onder BSN/sofinummer [000] een Definitieve aanslag met einddatum 11-11-2009 is opgelegd en er een uitgaand bericht t.b.v. een Definitieve aanslag voor de IB/PVV met aanslagnummer [000] en dagtekening 25-11-2009 is geregistreerd.
Ik heb in BBA ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB/PV het volgende waargenomen:
Dat er op 16-11-2009 een bericht is ontvangen/ verzonden betreffende een Papieren_Formulier ter verwerking van de aangeleverde Appl. DOS
Ik heb in een query vanuit TSOP ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB/PV en het volgende waargenomen:
Dat er op 16-11-2009 onder het BSN [000] een partij met het VOLGNR en RUNID [001] en sjabloon AL671 is geregistreerd.
Ik heb in DACAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB/PV het volgende waargenomen:
Dat er op 17-11-2009 een aanslag is geregistreerd met aanslagnummer [000] .H.76 en met dagtekening 25-11-2009.
Ik heb in een query vanuit de SBI-Base, inzake het document Aanslag 2007 IB het volgende waargenomen:
Dat onder het Finummer [000] een document met dagtekening 20091116, in een partij met een GENNO 3075, is geregistreerd.
Ik heb in systeem ZP05 ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB geconstateerd dat dit document is opgenomen in een partij documenten, genaamd C51209 / C52093 CAV Vrl./DEF./V.N.aansl. met generatienummer [002] .
Ik heb in ZP05 waargenomen dat de partij documenten met generatienummer [002] op 19‑11-2009 zijn aangeboden aan TNT Post ter postbezorging.
Ik heb in VA03 ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB geconstateerd:
Dat de partij als Variant 21 en Variant 22 met het generatienummer [002] en verkooporder 7002149619 in een aantal van 35.077 en 32.350 stuks tijdig zijn aangeboden aan de postleverancier.
Met postbedrijf TNT Post heeft de Belastingdienst/CA in het kalenderjaar 2009 contractueel vastgelegd dat partijen documenten van het soort als generatienummer [002] worden bezorgd binnen 48 uren na aanbieding.
Ik heb in DAS ten aanzien van betrokkene, inzake het document Aanslag 2007 IB/PV het volgende waargenomen:
Dat op 21-11-2009 onder zoeksleutel [000] een document Aanslag 2007 IB met dagtekening 25 november 2009 is gearchiveerd.”
Bij het rapport heeft [D] schermprints gevoegd ter onderbouwing van hetgeen hij in het rapport heeft vermeld.
Bij het rapport is een aanslag IB/PVV 2007 gevoegd ten name van belanghebbende en gericht aan het adres van de curator van belanghebbende, mr. [E] (hierna: de curator). De aanslag draagt als dagtekening 25 november 2009. Deze aanslag is een print uit het Digitaal Archief Systeem.
De Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) heeft geconcludeerd dat belanghebbende voor de jaren 2002 en 2003 schuldig nalatig is met het betalen van de verschuldigde premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en heeft besloten het toekomstige AOW-pensioen van belanghebbende te korten.
In de brief van 25 juli 2011 heeft de SVB belanghebbende medegedeeld wegens het schuldig nalatig niet betalen van de verschuldigde AOW-premie voor het jaar 2007 tot korting op het toekomstige AOW-pensioen over te gaan. Deze brief heeft de SVB aangetekend aan belanghebbende verstuurd. Deze brief heeft TPG Post geretourneerd, omdat bij de bezorging op 27 juli 2011 op het aangegeven adres geen gehoor werd gekregen en de brief nadien niet is opgehaald. Op 30 augustus 2011 heeft de SVB per gewone post de brief nogmaals verstuurd.
Op 20 oktober 2011 heeft de SVB aan belanghebbende een brief gestuurd waarin zij aan belanghebbende mededeelt dat belanghebbende vanaf oktober 2011 een AOW-uitkering ontvangt en dat deze uitkering zal worden gekort.
In de brief van belanghebbende aan de Inspecteur van 3 februari 2012 heeft belanghebbende het volgende aan de Inspecteur medegedeeld:
“Mijn AOW-pensioen wordt gekort omdat ik volgens de SVB over de jaren 2002, 2003 en 2007 geen belastingen en / of premies zou hebben betaald.
Hoewel ik hierover van de zijde van de SVB indertijd bericht heb ontvangen en het er maar bij gelaten heb wil ik nu toch tegen deze gang van zaken opkomen.”
Met als dagtekening 21 mei 2012 heeft belanghebbende een brief aan de SVB verzonden, waarin hij het volgende opmerkt:
“Door onze verhuizing is een deel van mijn archief zoek geraakt.
Op mijn AOW-Pensioen wordt gekort omdat ik over een aantal jaren geen dan wel onvoldoende belasting zou hebben betaald.
Zou u mij willen mededelen over welke jaren de Belastingdienst beweert dat ik geen dan wel onvoldoende belasting zou hebben betaald?”
Op 23 mei 2012 heeft belanghebbende schriftelijk het volgend verzoek aan de Inspecteur gedaan:
“Voorts herinner ik mij dat u mij een aantal brieven heeft toegezonden waarin u mijn inkomen eenzijdig op een veel hoger niveau vaststelde op grond waarvan onder meer mijn AOW-Pensioen gekort is.
Ik verzoek u vriendelijk om mij de afschriften van uw brieven en aanslagen (…) welke u aan mij c.q. de curator over, de voornoemde periode (2002/2003 tot heden) heeft toegezonden zodat ik de gang van zaken kan reconstrueren en kan vaststellen of:
1. de door u vastgestelde inkomens correct zijn
2. mijn AOW-Pensioen terecht gekort is of niet.
3. het middelen van inkomen tot een teruggave leidt.
4. de openstaande posten daadwerkelijk verschuldigd zijn.”
De SVB heeft in de brief van 18 juli 2012 aan belanghebbende medegedeeld dat hij gedurende de jaren 2002, 2003 en 2007 schuldig nalatig is geweest en heeft hem kopieën van brieven toegestuurd.
Op 23 juli 2012 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden tussen belanghebbende en de Inspecteur inzake het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift tegen de aanslag IB/PVV 2009. Tijdens dit gesprek heeft belanghebbende onder meer opgemerkt dat hij wordt gekort op de AOW-uitkering vanwege openstaande aanslagen over het jaar 2002, 2003 en 2007. Zijn verzoek om vermindering van de aanslagen 2002 en 2003 heeft de Inspecteur afgewezen, omdat de periode voor ambtshalve vermindering van vijf jaren was verstreken. Bij de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2007 heeft de Inspecteur belanghebbendes verzoek om een ambtshalve vermindering van de aanslag getoetst. De Inspecteur heeft onder verwijzing naar zijn brief van 8 augustus 2012 het verzoek gemotiveerd afgewezen.
Belanghebbende heeft op 31 augustus 2012 een aangifte IB/PVV ingediend voor het jaar 2007 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.600.
Ter zitting van het Hof van 6 november 2013 heeft de Inspecteur toegezegd de verzuimboete wegens het te laat indienen van de aangifte IB 2007 te vernietigen. Belanghebbende heeft daarop zijn hoger beroep op het punt van de verzuimboete ingetrokken.
Op de vraag van de Inspecteur aan de curator of hij de aanslag IB/PVV 2007 heeft ontvangen, heeft de curator geantwoord:
“Dit betreft een aanslag gedurende faillissement en wordt normaliter doorgestuurd naar de failliet”
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de volgende vragen:
-
Is de aanslag op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt?
-
Is sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding bij de indiening van het bezwaarschrift door belanghebbende?
Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag ontkennend en de tweede vraag bevestigend. De Inspecteur beantwoordt de eerste vraag bevestigend en de tweede vraag ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het al eerder aan partijen toegezonden proces-verbaal van de zitting van 6 november 2013 en het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting van 21 mei 2014.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur en vermindering van de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.600.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.