Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5890, 13/01246

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5890, 13/01246

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 juli 2014
Datum publicatie
1 augustus 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:5890
Zaaknummer
13/01246

Inhoudsindicatie

Motorrijtuigenbelasting. Toepassing kwarttarief voor kampeerauto’s. Ingangsdatum.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/01246

uitspraakdatum: 15 juli 2014

Uitspraak van de achtste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], wonende te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 29 oktober 2013, nummer AWB 13/2515, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft de Inspecteur verzocht om toepassing van het kwarttarief als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet Mrb). De Inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 25 februari 2013 met ingang van 30 januari 2013 toegewezen.

1.2

De beschikking is na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur, gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 29 oktober 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juni 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] en [B] namens de Inspecteur.

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is sinds 30 januari 2012 houder van een motorrijtuig met het kenteken [00-YYY-0] (hierna: het motorrijtuig). De datum van de eerste tenaamstelling van het kentekenbewijs van het motorrijtuig is 30 januari 2012.

2.2

Ingevolge het bepaalde in artikel 11, eerste lid, van de Wet Mrb is het eerste tijdvak waarover belanghebbende de belasting ter zake van het houden van het motorrijtuig heeft betaald, aangevangen op 30 januari 2012 en de daaropvolgende tijdvakken telkenmale drie maanden later.

2.3

Het motorrijtuig is een personenauto in de zin van artikel 3 van de Wet Mrb. Het motorrijtuig is ingericht als een kampeerauto als bedoeld in artikel 23a van de Wet Mrb (hierna: kampeerauto). Het motorrijtuig wordt niet bedrijfsmatig verhuurd.

2.4

Belanghebbende heeft met ingang van 30 januari 2012 de motorrijtuigenbelasting voor het motorrijtuig voldaan naar het tarief voor een personenauto als bedoeld in artikel 23 van de Wet Mrb.

2.5

Belanghebbende heeft op 4 februari 2013 telefonisch een verzoek ingediend om toepassing van het tarief als bedoeld in artikel 23a van de Wet Mrb (hierna: het kwarttarief) met ingang van 30 januari 2012.

2.6

De Inspecteur heeft het verzoek om toepassing van het kwarttarief bij beschikking van 25 februari 2013 toegewezen, doch - in afwijking van het verzoek van belanghebbende - met ingang van 30 januari 2013.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is met ingang van welke datum de Inspecteur het kwarttarief dient toe te passen.

3.2

Belanghebbende meent dat het kwarttarief met ingang van 30 januari 2012 dient te worden toegepast. De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat het kwarttarief eerst met ingang van 30 januari 2013 toepassing kan vinden.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot wijziging van de beschikking in die zin, dat het kwarttarief met ingang van 30 januari 2012 van toepassing is. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing