Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5993, 13/01075
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5993, 13/01075
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 22 juli 2014
- Datum publicatie
- 1 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:5993
- Zaaknummer
- 13/01075
Inhoudsindicatie
Toeristenbelasting. Conferentieoord. Verordening biedt geen rechtsgeldige basis voor opleggen van aanslagen.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie: Arnhem
nummer 13/01075
uitspraakdatum: 22 juli 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] vof te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 12/96,
in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Lochem (hierna: de heffingsambtenaar).
1 Ontstaan en loop van het geding
Met dagtekening 31 mei 2011 zijn aan belanghebbende aanslagen toeristenbelasting voor de jaren 2010 en 2011 opgelegd tot bedragen van € 1.398,30 (na verrekening van voorheffingen) voor het jaar 2010 en van € 2.514,30 voor het jaar 2011.
De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 12 september 2010 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de overige stukken die belanghebbende in hoger beroep heeft ingediend, alsmede het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A], vennoot en gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door M[B] LLB en namens de heffingsambtenaar [C].
Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De activiteiten van belanghebbende bestaan, volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, uit bedrijfsopleiding en -training, overige logiesverstrekking, cursuscentrum, conferentieoord, workshops en trainingen. Belanghebbende beschikt daartoe over een verbouwde boerderij met een zaal van 70 m2, een eetzaal c.q. ontspanningsruimte, een professionele keuken, een bibliotheek en 13 slaapkamers (3 eenpersoons en 10 tweepersoons kamers) met eigen douche, toilet en internetaansluiting. Belanghebbende biedt verblijf met overnachting aan zowel op basis van volledig verzorgde arrangementen (tegen een prijs per arrangement/per persoon) als op basis van zelfverzorging (tegen een basishuur vermeerderd met een bedrag per gebruikte kamer). De verblijfskosten worden aan de opdrachtgever in rekening gebracht.
De heffingsambtenaar heeft voor de jaren 2010 en 2011 aanslagen toeristenbelasting opgelegd overeenkomstig het in artikel 8, lid 2, onder c. van de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010 respectievelijk 2011 (hierna: de Verordening) vermelde tarief voor overnachtingen “in een hotel en in een conferentieoord in de geen, één of twee sterrencategorie”. Daarbij is uitgegaan van het door belanghebbende opgegeven aantal overnachtingen van 1.972 in 2010 en 1.479 in 2011.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de aanslagen terecht en naar het juiste tarief zijn opgelegd.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert in hoger beroep tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de heffingsambtenaar en tot vernietiging dan wel vermindering van de aanslagen.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.