Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5999, 14/00003

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:5999, 14/00003

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
29 juli 2014
Datum publicatie
8 augustus 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:5999
Zaaknummer
14/00003

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waardevaststelling woning. Hof bepaalt waarde in goede justitie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00003

uitspraakdatum: 29 juli 2014

Uitspraak van de twaalfde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 11 november 2013, nummer AWB ZWO 13/1395, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 10 te [Z], per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 217.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 262,57.

1.2

De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 11 november 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door taxateur [B].

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een hoekwoning met aanbouw, berging, dakkapel en carport/garage. Het bouwjaar van de woning is 1980. De oppervlakte van het perceel bedraagt 197 m².

2.2

Belanghebbende heeft de onroerende zaak in juli/augustus 2011 gekocht voor € 215.000. De onroerende zaak is op 15 november 2011 aan hem geleverd.

2.3

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2

Belanghebbende bepleit een waarde van € 150.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de bestreden beschikking alsmede de bestreden belastingaanslag.

3.3

De heffingsambtenaar persisteert in de beschikte waarde en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing