Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6002, 14/00255
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6002, 14/00255
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 juli 2014
- Datum publicatie
- 8 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6002
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:591
- Zaaknummer
- 14/00255
Inhoudsindicatie
Bouwleges. Tweede aanvraag verkrijgen bouwvergunning. Tweede legesnota terecht?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Nummer 14/00255
uitspraakdatum: 29 juli 2014
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 10 maart 2014, nummer AWB 13/501, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een nota bouwleges met dagtekening 15 mei 2011 verzonden ten bedrage van € 1.126,38 ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een bouwvergunning.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de legesnota verminderd tot € 844,78.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 10 maart 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2014 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord mr. [A] namens de heffingsambtenaar. Van de zijde van belanghebbende is, met kennisgeving aan het Hof, niemand verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft een aanvraag (hierna: de eerste aanvraag) ingediend voor het verkrijgen een bouwvergunning voor een schuur op het adres [a-straat] 22a in [Z] en heeft hiervoor een nota leges opgelegd gekregen (hierna: de eerste legesnota).
De gemeente Losser heeft de vergunning geweigerd.
Op 18 januari 2011 heeft belanghebbende wederom een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een schuur op het adres [a-straat] 22a in [Z] (hierna: de tweede aanvraag). De gemeente Losser heeft de vergunning verleend.
Op 15 mei 2011 is de legesnota vanwege de tweede aanvraag vastgesteld (hierna: de tweede legesnota).
Op 23 mei 2011 heeft belanghebbende bezwaar tegen de tweede legesnota ingediend, welke door de heffingsambtenaar op 24 mei 2011 is ontvangen.
De rechtbank Almelo, afdeling bestuursrecht, heeft op 15 juni 2011 in een tegen de onder 2.2 genoemde beslissing ingestelde beroepsprocedure beslist dat de gemeente de vergunning niet had mogen weigeren en dat deze vergunning vanwege het laten verlopen van de beslistermijn van rechtswege is verleend. De rechtbank heeft de onder 2.2 genoemde beslissing herroepen en zijn uitspraak daarvoor in de plaats gesteld.
Op 11 maart 2013 schrijft de gemachtigde in een brief gericht aan de heffingsambtenaar:
“Deze tweede vergunning dient geheel voor rekening en risico van het College te blijven. Ook de aanvraag. De “tweede” aanvraag c.q. vergunning kan –het College kan dat zelf nagaan (op basis daarvan kan toch niet meer worden gebouwd)- wat [X] betreft ingetrokken worden; de aanvraag is nodeloos gedaan, de vergunning is nodeloos verleend.”
De heffingsambtenaar heeft de onder 2.7 weergegeven brief aangemerkt als een intrekking van de tweede vergunning en heeft gelet op artikel 2.6 van de Tarieventabel leges 2011 (hierna: de Tarieventabel), behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011 van de gemeente Losser (hierna: de Verordening) in de uitspraak op bezwaar van 30 mei 2013 de tweede legesnota met 25% verminderd.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat de tweede aanvraag in behandeling is genomen en dat de tweede legesnota daarom terecht is vastgesteld.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de tweede legesnota terecht is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend, de heffingsambtenaar bevestigend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar en tot vernietiging van de tweede legesnota.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.