Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6292, Wrakingsnummer 200.150.340
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-07-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6292, Wrakingsnummer 200.150.340
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 juli 2014
- Datum publicatie
- 15 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6292
- Zaaknummer
- Wrakingsnummer 200.150.340
Inhoudsindicatie
Wrakingszaak. Verzoek tot wraking is niet-ontvankelijk omdat nog geen leden met behandeling van zaken zijn belast.
Uitspraak
beslissing
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
W rakingskamer
Locatie Arnhem
Wrakingsnummer 200.150.340
Datum beslissing: 8 juli 2014
Beslissing van de wrakingskamer
op het verzoek tot wraking, gedaan door
[X] te [Z] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
1.1. Verzoeker heeft hoger beroep ingesteld in de zaken die bij het Hof zijn ingeschreven onder de nummers 14/00066 tot en met 14/00069.
1.2. In een op 2 juni 2014 ter griffie van het Hof ingekomen aanvulling op het beroepschrift heeft verzoeker voor de bij 1.1. genoemde zaken de wraking verzocht van de raadsheren mr. J. Lamens, mr. A.J. Kromhout, mr. R. den Ouden, mr. A.J.H. van Suilen, mr. M.G.J.M. van Kempen, mr. R.F.C. Spek, mr. J.P.F. Slijpen, mr. E. van Waaijen en mr. B. Emmerig, alsmede van de raadsheren die zijn hoger beroep bij het Hof bekend onder nummer 14/00208 (zullen gaan) behandelen.
2 De ontvankelijkheid van het verzoek
Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan elk van de rechters die een zaak behandelen, door een partij worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Het onderhavige verzoek tot wraking moet niet-ontvankelijk worden verklaard, nu nog geen leden van het Hof met de behandeling van de onder 1.1 genoemde zaken zijn belast. Nu sprake is van een kennelijk niet-ontvankelijk verzoek kan een mondelinge behandeling achterwege blijven.
3 Beslissing
De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Aldus gedaan op 8 juli 2014 te Arnhem door mr. J.P.M. Kooijmans, voorzitter, mr. H. van Loo en mr. Y.A.J.M. van Kuijck,] in tegenwoordigheid van mr. A.W.M. van der Waerden als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2014.
(A.W.M. van der Waerden ) |
(J.P.M. Kooijmans) |
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 8 juli 2014
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open (Artikel 8:18, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht).