Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6463, 14/00057, 14/00058 en 14/00059
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-08-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6463, 14/00057, 14/00058 en 14/00059
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 19 augustus 2014
- Datum publicatie
- 29 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6463
- Zaaknummer
- 14/00057, 14/00058 en 14/00059
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Nummers 14/00057, 14/00058 en 14/00059
uitspraakdatum: 19 augustus 2014
Uitspraak van de twaalfde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 19 december 2013, nummers AWB 13/1014, 13/1015 en 13/1016, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 ambtshalve een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.000. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 1.139. Bij beschikking is een verzuimboete opgelegd van € 1.134.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 ambtshalve een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.000. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 1.246. Bij beschikking is een verzuimboete opgelegd van € 226.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 ambtshalve een aanslag Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd berekend naar een bijdrage-inkomen van € 32.369. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 93.
Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij uitspraken van 19 december 2012 de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweerschriften ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2014 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord [A] namens de Inspecteur. Van de zijde van belanghebbende is niemand verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
IB/PVV 2008
Belanghebbende is uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2008. Bij brief van 1 juni 2010 is aan belanghebbende een herinnering gestuurd. Belanghebbende is bij brief met dagtekening 24 augustus 2010 aangemaand tot het doen van aangifte vóór 7 september 2010. Belanghebbende heeft geen aangifte ingediend.
Met dagtekening 9 juni 2011 zijn ambtshalve de in 1.1. genoemde beschikkingen vastgesteld.
Belanghebbende heeft bezwaarschriften ingediend met dagtekening 27 augustus 2011, welke op 30 augustus 2011 door de Inspecteur zijn ontvangen.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 januari 2013 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de termijn.
IB/PVV 2009 en Zvw 2009
Belanghebbende is uitgenodigd tot het doen van aangifte IB/PVV 2009. Bij brief van 26 mei 2011 is aan belanghebbende een herinnering gestuurd. Belanghebbende is bij brief met dagtekening 4 juli 2011 aangemaand tot het doen van aangifte vóór 18 juli 2011. Belanghebbende heeft geen aangifte ingediend.
Met dagtekening 2 november 2011 zijn ambtshalve de in 1.2 en 1.3 genoemde beschikkingen vastgesteld.
Belanghebbende heeft bezwaarschriften ingediend met dagtekening 12 januari 2012, welke op 13 januari 2012 door de Inspecteur zijn ontvangen.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 januari 2013 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de termijn.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de hoger beroepen ontvankelijk zijn, waarbij partijen verdeeld houdt het antwoord op de vraag of de hoger beroepen de gronden bevatten. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is voorts in geschil of de bezwaren van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard vanwege overschrijding van de termijn. Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag bevestigend en de tweede vraag ontkennend, de Inspecteur is de tegenovergestelde opvattingen toegedaan.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en, naar het Hof verstaat, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar.
De Inspecteur concludeert primair tot niet-ontvankelijkverklaring van de hoger beroepen en subsidiair tot bevestiging van de uitspraken van de Rechtbank.