Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6760, 13/01258
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6760, 13/01258
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 september 2014
- Datum publicatie
- 12 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6760
- Zaaknummer
- 13/01258
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/01258
uitspraakdatum: 2 september 2014
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 oktober 2013, nummer UTR 12/3194, in het geschil tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente de Ronde Venen (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 112 (hierna: de onroerende zaak), voor het kalenderjaar 2012, per waardepeildatum 1 januari 2011, vastgesteld op € 2.452.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar de vastgestelde waarde gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 18 oktober 2013 gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaak in goede justitie vastgesteld op € 2.260.000.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden 27 mei 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als vertegenwoordiger van belanghebbende, alsmede [B], taxateur, namens de heffingsambtenaar.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De feiten
Belanghebbende heeft de onroerende zaak op 9 april 2009 gekocht voor een bedrag van € 2.825.000, met de intentie dit perceel te ontwikkelen ten behoeve van de woningbouw.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld met een schrijven gedateerd 28 november 2013, bij het Hof binnengekomen op 5 december 2013. De enveloppe waarin het hogerberoepschrift is verzonden, draagt als dagstempel 4 december 2013.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
Tussen partijen is primair in geschil of de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011, zoals door de Rechtbank in goede justitie is vastgesteld, te hoog is.
Belanghebbende beantwoordt bovenstaande vraag bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.