Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6874, 13/00575
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6874, 13/00575
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 september 2014
- Datum publicatie
- 12 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6874
- Zaaknummer
- 13/00575
Inhoudsindicatie
Wet woz. Gemeente maakt woz-waarde bedrijfswoning aannemelijk.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/00575
uitspraakdatum: 2 september 2014
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de erven van [X], te [Z] (hierna: belanghebbenden),
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 28 maart 2013, nummer ZUT 11/1776 WOZ, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Bronckhorst (hierna: de heffingsambtenaar),
betreffende een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 3 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor het kalenderjaar 2011, naar waardepeildatum 1 januari 2010, vastgesteld op € 367.000.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 oktober 2011 de waarde van de onroerende zaak gehandhaafd.
Belanghebbenden zijn tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen. De rechtbank Oost-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 28 maart 2013 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de vastgestelde waarde verminderd tot € 270.000.
Belanghebbenden hebben bij brief van 8 mei 2013, aangetekend verzonden op 8 mei 2013 en ingekomen bij het Hof op 13 mei 2013, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 juli 2014 te Arnhem. Belanghebbenden zijn vertegenwoordigd door ing. [A]. De heffingsambtenaar is vertegenwoordigd door taxateur [B].
Namens belanghebbenden is ter zitting een pleitnota voorgedragen en zijn, met instemming van de heffingsambtenaar, nadere stukken ingebracht. De heffingsambtenaar heeft afschriften van drie bladzijden uit de Taxatiewijzer Agrarische gebouwen overgelegd aan het Hof en de wederpartij.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
Belanghebbenden zijn eigenaar en/of gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande bedrijfswoning uit het bouwjaar 2000, met een aangebouwde garage, ondergrond, erf en tuin. De inhoud van de woning bedraagt 520 m³ en de oppervlakte van het perceel bedraagt 590 m². De bedrijfswoning is onderdeel van een melkveebedrijf. Blijkens het bestemmingsplan mag de bedrijfswoning alleen worden gebruikt door personen die werkzaam en/of betrokken zijn bij het melkveebedrijf.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2010.
Belanghebbenden betogen dat de gerealiseerde koopsommen voor de vergelijkingsobjecten niet bruikbaar zijn. Verder betwisten belanghebbenden de juistheid van de Taxatiewijzer Agrarische gebouwen.
Belanghebbenden bepleiten een waarde van € 170.000.
De heffingsambtenaar verdedigt een waarde van € 270.000. Ter staving daarvan wijst de heffingsambtenaar op het taxatierapport van WOZ-taxateur [B] van 18 januari 2012 waarin de waarde is getaxeerd op € 290.000, alsmede op de in hoger beroep overgelegde waarderingsmatrix van [B] van 25 juli 2013.
Belanghebbenden concluderen tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 170.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.