Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6944, 13/01098
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6944, 13/01098
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 9 september 2014
- Datum publicatie
- 12 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:6944
- Zaaknummer
- 13/01098
Inhoudsindicatie
In geschil is de waarde van de onroerende zaak. Belanghebbende bepleit een waarde van € 117.500, de heffingsambtenaar verdedigt een waarde van € 140.000.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 13/01098
uitspraakdatum: 9 september 2014
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z]
(hierna:belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 24 september 2013, nummer AWB LEE 12/2232, in het geding
tegen
de heffingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf (hierna: de heffingsambtenaar).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 19 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2012 vastgesteld op € 156.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 140.000.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 24 september 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mevrouw [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C], taxateur.
De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De onroerende zaak is een woning in een rij met een inhoud van 325 m³. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van 165 m².
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak. Belanghebbende bepleit een waarde van € 117.500, de heffingsambtenaar verdedigt een waarde van € 140.000.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.. Belanghebbende concludeert tot vaststelling van een waarde van de onroerende zaak van € 117.500.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.