Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7, 12/00135 LEE
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7, 12/00135 LEE
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 januari 2014
- Datum publicatie
- 17 januari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:7
- Zaaknummer
- 12/00135 LEE
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. Waardevaststelling bedrijfsruimte (loodsen). Eigen huurcijfer. Gemeente slaagt niet in bewijslast, belanghebbende wel.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 12/00135
uitspraakdatum: 7 januari 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 april 2012, nummer Awb 11/1540, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zeewolde (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 3 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), voor het kalenderjaar 2011 en naar waardepeildatum 1 januari 2010, vastgesteld op € 4.542.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerende zaakbelasting 2011 (hierna: OZB) vastgesteld.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen de uitspraak op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend, ingekomen bij het Hof op 23 augustus 2013. De heffingsambtenaar heeft een nader stuk ingediend, ingekomen bij het Hof op 28 augustus 2013.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2013 te Arnhem. Namens belanghebbende is daar verschenen mr. [A], tot bijstand vergezeld van [B], taxateur. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [C]. Ter zitting is met toestemming van partijen eveneens de zaak met nummer 12/00351 behandeld.
Belanghebbende heeft ter zitting pleitnota’s voorgedragen en deze aan het Hof en de wederpartij overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
De onroerende zaak betreft een bedrijfsruimte, die door belanghebbende wordt gehuurd van [D] (hierna: [D]). Het object bestaat uit twee loodsen met een achtergelegen (onverhard) opslagterrein. De totale oppervlakte van het perceel is 26.360 m². De bestemming voor het gehele perceel is “agrarische opslag”.
De eerste loods (hierna: loods 1), bouwjaar 1999/2003, betreft een loods zonder verwarming en is gebouwd voor agrarische doeleinden. In 2009 zijn twee verdiepingsvloeren aangebracht. Op de begane grond en de twee verdiepingen worden caravans, vouwcaravans, vouwwagens en bagagewagens gestald. De oppervlakten van loods 1 zijn:
begane grond 4.620 m²
eerste verdieping 4.300 m²
tweede verdieping 649 m²
De tweede loods (hierna: loods 2), bouwjaar 2003, betreft een loods zonder verwarming en is gebouwd voor agrarische doeleinden. In 2009 zijn twee verdiepingsvloeren aangebracht. Op de begane grond en de twee verdiepingen worden caravans, vouwcaravans, vouwwagens en bagagewagens gestald. De oppervlakten van loods 2 zijn:
begane grond 5.040 m²
eerste verdieping 4.800 m²
tweede verdieping 1.527 m²
Uit een “Inlichtingenformulier (ver)huurinformatie Niet-woningen” betreffende “Adresaanduiding WOZ-object: [a-straat] 3”, gedateerd 8 juni 2011, blijkt dat de begane grond van 9.660 m² met ingang van 1 januari 2010 voor vijf jaar wordt gehuurd tegen een jaarhuur van € 250.000.
Belanghebbende vraagt voor het stallen van een caravan, vouwcaravan, vouwwagen of bagagewagen een vergoeding van € 47,50 (inclusief btw) per strekkende meter.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2010. Tussen partijen is niet in geschil dat de kapitalisatiefactor 10 is en dat een reële bezettingsgraad van loods 1 en loods 2 (hierna: de loodsen) kan worden gesteld op 80%.
Belanghebbende verdedigt een waarde van € 2.881.000 en de heffingsambtenaar een waarde van € 4.542.000.
Beide partijen hebben voor hun standpunt voorts aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 2.881.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.