Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7470, 14/00073

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7470, 14/00073

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 september 2014
Datum publicatie
10 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:7470
Zaaknummer
14/00073

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Handgeschreven aantekeningen griffier rechtbank vormt geen proces-verbaal. Schending goede procesorde. Hof bepaalt woz-waarde vrijstaande recreatievilla in goede justitie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00073

uitspraakdatum: 30 september 2014

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2013, nummer UTR 13/3083, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente De Ronde Venen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 19A [0000] te [L] voor het kalenderjaar 2012 – naar de waardepeildatum 1 januari 2011 – vastgesteld op € 661.000. In het desbetreffende geschrift is tevens de aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: de aanslag) aan belanghebbende bekend gemaakt.

1.2

De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen de uitspraken op bezwaar in beroep gekomen. De rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 18 december 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.7

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2014 te Arnhem. Namens belanghebbende is daar verschenen [A] en namens de heffingsambtenaar [C], tot bijstand vergezeld van [B], taxateur.

1.8

Belanghebbende heeft op 1 september 2014 het Hof en de wederpartij een pleitnota doen toekomen. Deze pleitnota wordt met instemming van de wederpartij geacht ter zitting te zijn voorgedragen. Ter zitting zijn door belanghebbende overzichtsfoto’s overgelegd van recreatiepark [D] en door de heffingsambtenaar is een overzichtsfoto overgelegd van [a-straat] 19A [0001].

1.9

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1

Belanghebbende is in 2012 zakelijk gerechtigde met betrekking tot de onroerende zaak [a-straat] 19A [0000] te [L] (hierna: de onroerende zaak) geworden. Het betreft een in 1990 gebouwde vrijstaande recreatievilla met berging, terras en aanlegsteigers en heeft een inhoud van 330 m3. De onroerende zaak is alleen per boot bereikbaar en permanente bewoning is niet toegestaan. Er is met betrekking tot de onroerende zaak sprake van het recht van erfpacht, welk recht op 31 december 2025 zal eindigen. De canon bedroeg in 2011 € 4.000, welk bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd.

2.2

In de koopovereenkomst die belanghebbende in februari 2012 heeft gesloten, is

bepaald dat hij voor € 287.500 het recht van erfpacht van een perceel grond met de rechten van de erfpachter op de zich op die grond bevindende opstallen heeft gekocht.

2.3

De heffingsambtenaar heeft de woz-waarde van de onroerende zaak voor het kalenderjaar 2012, per waardepeildatum 1 januari 2011, vastgesteld op € 661.000. Hiertegen heeft belanghebbende vergeefs bezwaar en beroep aangetekend.

3 Geschil

3.1

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011 te hoog is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en wijst op een door hem overgelegd taxatierapport van [E] (hierna: [E]) van 27 januari 2014 waarin de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011 wordt getaxeerd op € 395.000.

3.3

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 661.000. Ter staving daarvan wijst de heffingsambtenaar op het in de procedure bij de Rechtbank overgelegde taxatierapport van [F] (hierna: [F]) van 11 oktober 2013, in hoger beroep aangevuld met een gecorrigeerde taxatiematrix (hierna: de taxatiematrix).

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en vernietiging van de uitspraken op bezwaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 395.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.

3.5

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing