Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7473, 14/00143
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-09-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7473, 14/00143
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 30 september 2014
- Datum publicatie
- 10 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:7473
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:1115
- Zaaknummer
- 14/00143
Inhoudsindicatie
Wet MRB. Verzoek toepassing kwarttarief voor kampeerwagens. Toepassing lengte-eis van 200 cm.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00143
uitspraakdatum: 30 september 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 januari 2014, nummer AWB 13/3846, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft het verzoek van belanghebbende om toepassing van het zogenoemde “kwarttarief” als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet Mrb) bij beschikking van 4 februari 2013 afgewezen.
De beschikking is na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur, gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 23 januari 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de Inspecteur.
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is sinds 24 december 2012 houder van een motorrijtuig met het kenteken [00-YYY-0] (hierna: het motorrijtuig).
Het motorrijtuig betreft een personenauto in de zin van artikel 3 van de Wet Mrb, van het merk Citroën, type Berlingo.
De datum van eerste toelating van het motorrijtuig is 26 november 2001. De datum van de eerste tenaamstelling van het voor het motorrijtuig in Nederland afgegeven kentekenbewijs is 10 april 2012.
Tot de stukken van het geding behoort een van de website van de Rijksdienst voor Wegverkeer (hierna: de RDW) afkomstige schermprint waarop de bij de RDW bekende gegevens van het motorrijtuig staan vermeld. Op deze schermprint is te lezen dat de uitvoering van het motorrijtuig wordt omschreven als “kampeerwagen”.
Belanghebbende heeft op 27 december 2012 bij de Inspecteur een verzoek ingediend om toepassing van het kwarttarief als bedoeld in artikel 23a van de Wet Mrb (hierna: het kwarttarief). De Inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 4 februari 2013 afgewezen.
De beschikking is na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur, gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 januari 2014 ongegrond verklaard.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de Inspecteur het verzoek om toepassing van het kwarttarief terecht heeft afgewezen. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld het antwoord op de vraag of het motorrijtuig voldoet aan de ingevolge artikel 23a, eerste lid, van de Wet Mrb in samenhang gelezen met artikel 5aa, eerste lid, letter a, en lid 2, van het Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 gestelde eis dat het motorrijtuig achter de zitplaatsen voor de bestuurder en de bijrijder beschikt over een laadruimte met een lengte van ten minste 200 cm.
Belanghebbende meent dat het motorrijtuig aan de eisen voor het kwarttarief voldoet. De Inspecteur betwist dat.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur, tot vernietiging van de beschikking en tot toewijzing van zijn verzoek om toepassing van het kwarttarief met ingang van 24 december 2012. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.