Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-10-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8134, 13/00611

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-10-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8134, 13/00611

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 oktober 2014
Datum publicatie
27 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:8134
Formele relaties
Zaaknummer
13/00611
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024], Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 227

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar aan belanghebbende terecht een aanslag in de reclamebelasting heeft opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de Verordening verbindende kracht heeft.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 13/00611

uitspraakdatum: 22 oktober 2014

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Dongeradeel (hierna: de heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] v.o.f. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013, nummer AWB LEE 11/1159, in het geding tussen de heffingsambtenaar en belanghebbende

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag in de reclamebelasting opgelegd ten bedrage van € 390.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden. Op grond van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is per 1 januari 2013 de rechtbank Leeuwarden opgegaan in de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 25 april 2013 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd, de bestreden aanslag vernietigd, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 302 vergoedt.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft in zijn verweerschrift incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep van belanghebbende beantwoord.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. [A], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegestuurd.

1.8

Het Hof heeft aanleiding gezien het onderzoek te heropenen en belanghebbende bij schrijven van 18 juni 2014 in de gelegenheid gesteld haar grieven in hoger beroep, voor zover deze niet zijn toegelicht tijdens de mondelinge behandeling, schriftelijk toe te lichten.

1.9

Belanghebbende heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt bij brief van 8 juli 2014. De heffingsambtenaar heeft daarop gereageerd bij brief van 5 augustus 2014. Partijen hebben in hun reacties te kennen gegeven geen prijs te stellen op een nadere mondelinge behandeling. De voorzitter heeft daarop het onderzoek gesloten.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende drijft een drukkerij in een pand gelegen aan de [a-straat] 5 te [Z], gemeente Dongeradeel, (hierna: het pand).

2.2

Aan het pand zijn twee reclameobjecten aangebracht die aard- en nagelvast zijn verbonden met dit pand en die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, te weten de op het venster geschreven letters met de tekst “[C]” en de aan het pand aangebrachte neonverlichting met de tekst “[C]”.

2.3

In de openbare vergadering van 4 november 2010 heeft de raad van de gemeente Dongeradeel de "Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting" voor het belastingjaar 2011 (hierna: de Verordening) vastgesteld.

2.4

De Verordening luidt, voor zover hier van belang:

"Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder: (…)

c. reclameobjekt: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg, die aard- en nagelvast zijn verbonden aan een gebouwd perceel; (…)

e. vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt. (…)

Artikel 2 Voorwerp van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen de gebieden zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende overzichtskaarten, een belasting geheven ter zake van reclameobjecten.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, reclameobjecten worden aangetroffen; (…)

Artikel 4 Maatstaf van heffing

1. De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging.

2. Voor de toepassing van dit artikel worden de oppervlakten van alle reclameobjekten, die bij één gebouwd perceel of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere gebouwde percelen of delen daarvan tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de oppervlakten van reclameobjekten die bij deze gebouwde percelen of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

3. Indien dezelfde belastingplichtige een aantal niet naast elkaar gelegen gebouwde percelen of gedeelten, waarop reclameobjekten zijn aangebracht, in gebruik heeft, worden deze aangemerkt als één vestiging.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per vestiging, per jaar € 390,00.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van reclameobjekten: (…)

b. die door kerken, culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op niet-commerciële doeleinden:

c. op onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard; (…)".

2.5

Het pand is gelegen binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 van de Verordening.

2.6

Op 17 februari 2011 is een convenant, genaamd "[D]", gesloten tussen de gemeente Dongeradeel en de Stichting [E] (de Stichting). In dit convenant zijn afspraken neergelegd over de besteding van de opbrengst van de reclamebelasting, die na aftrek van de kosten van heffing en invordering (perceptiekosten), ter beschikking wordt gesteld aan de Stichting.

2.7

Gedurende het jaar 2011 bevonden zich binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 van de Verordening 211 vestigingen met reclameobjecten, waarvan twee vestigingen met reclameobjecten die niet "aard- en nagelvast" bevestigd waren. De belastingplichtigen van laatstgenoemde vestigingen zijn niet in de heffing van reclamebelasting betrokken.

2.8

In de "Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting" voor het belastingjaar 2012, zoals op 27 oktober 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente Dongeradeel, is artikel 1, onderdeel c. gewijzigd ten opzichte van de Verordening voor het belastingjaar 2011 en als volgt vastgesteld:

"reclameobjekt: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg, die is aangebracht aan of op een gebouwd perceel".

2.9

In het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2011, "Agendapunt: 20, No. 83/'11", over het gemeentelijk belastingbeleid 2012 is - onder meer - over de onder 2.8 vermelde wijziging het volgende opgenomen:

"De term "aard- en nagelvast" is uit overwegingen van doelmatigheid, controleerbaarheid en beheersing van de perceptiekosten in de verordening reclamebelasting opgenomen. De term "aard- en nagelvast" leidt tot discussie in procedures. Doelstelling is dat losstaande reclameobjecten, zoals bijvoorbeeld losstaande reclameborden, niet in de heffing worden betrokken. Om toekomstige discussie en procedures te voorkomen stellen wij u voor de term "aard- en nagelvast" in de verordening reclamebelasting te laten vervallen, te vervangen door de term "aangebracht"(…)".

2.10

Er zijn in de gemeente Dongeradeel in het jaar 2011 in totaal 210 belastingplichtigen (vestigingen) in de heffing van de reclamebelasting betrokken ter zake van in totaal 717 aard- en nagelvast met de desbetreffende vestiging verbonden (of: daaraan aangebrachte) reclameobjecten. In de gemeente Dongeradeel zijn 262 losstaande reclameobjecten geïnventariseerd. Van degenen aan wie deze losstaande reclameobjecten toebehoren respectievelijk ten behoeve van wie deze reclameobjecten strekken, zijn er twee die niet tot de hiervoor bedoelde groep van belastingplichtigen behoren.

2.11

De opbrengst van de reclamebelasting in de gemeente Dongeradeel bedraagt in 2011 (voor perceptiekosten) € 76.570 en in 2012 € 76.212,50. De perceptiekosten bedragen in 2011 € 7.891,95 en in 2012 € 2.238,99. De reclamebelasting is ingevoerd in het jaar 2011. Aan initiële werkzaamheden (de inventarisatie van de reclameobjecten, het organiseren van een informatieavond en het opbouwen van de bestanden) is van het genoemde bedrag van € 7.891,95 in 2011 een bedrag van € 5.475,46 besteed.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar aan belanghebbende terecht een aanslag in de reclamebelasting heeft opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de Verordening verbindende kracht heeft.

3.2

De heffingsambtenaar beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.3

Belanghebbende beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 - vermelde vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover het betreft de proceskostenveroordeling en tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank voor het overige.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing