Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:819, 13/00474
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:819, 13/00474
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 februari 2014
- Datum publicatie
- 14 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:819
- Zaaknummer
- 13/00474
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. Vaststelling woz-waarde vrijstaande woning. Gemeente slaagt in bewijslast.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/00474
uitspraakdatum: 4 februari 2014
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (Gld) (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 21 februari 2013, nummer AWB 12/3339, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nijkerk (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 82 te [Z], per waardepeildatum 1 januari 2011, voor het jaar 2012 vastgesteld op € 517.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2012 (OZB) wegens het genot krachtens eigendom ten bedrage van € 492 aan belanghebbende opgelegd.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de eerder bij beschikking vastgestelde waarde verminderd tot € 499.000 en de opgelegde aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd tot € 475.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Oost-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 21 februari 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 januari 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door diens echtgenote [A] en mr. [B], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [C] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [D] (WOZ-taxateur).
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak gelegen aan de [a-straat] 82 te [Z] (hierna: de onroerende zaak).
De onroerende zaak betreft een in het jaar 1978 gebouwde vrijstaande woning met garage en dakkapel. De onroerende zaak heeft een bruto inhoud van 500 m³ en een perceeloppervlakte van 784 m². Zowel de bouwkundige staat als de staat van onderhoud van de onroerende zaak is zowel door de door de heffingsambtenaar ingeschakelde taxateur als door de door belanghebbende ingeschakelde taxateur als ‘voldoende’ gekwalificeerd.
De onroerende zaak heeft een gedateerde keuken en in eenvoudige staat verkerende sanitaire voorzieningen.
De onroerende zaak is gelegen aan een doorgaande weg met een verkeersdrempel ter hoogte van de onroerende zaak. Tegenover de onroerende zaak bevindt zich een bedrijventerrein met zowel een industrie- als winkelfunctie. De onroerende zaak is voorts gelegen nabij sportvelden en een zwembad. Aan de achterzijde van de onroerende zaak, op ongeveer 70 of 100 meter afstand, bevindt zich een spoorlijn. Voorts bevindt zich achter de spoorlijn een transformatorhuisje.
De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak voor het jaar 2012, per waardepeildatum 1 januari 2011, in het kader van de Wet WOZ bij beschikking vastgesteld op € 517.000.
Deze vastgestelde waarde is, na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, bij uitspraak op bezwaar door de heffingsambtenaar verminderd tot € 499.000. In zijn bezwaarschrift heeft belanghebbende melding gemaakt van het feit dat aan het pand aan de [a-straat] 80 een “getaxeerde WOZ-waarde” is toegekend van € 510.000.
Ter onderbouwing van de hiervoor in 2.6 vermelde waarde heeft de heffingsambtenaar in de procedure bij de Rechtbank een taxatierapport, opgemaakt door [D], overgelegd. De taxateur heeft ter onderbouwing van de door hem bepaalde waarde gebruik gemaakt van verkoopcijfers van in zijn optiek vergelijkbare panden.
Ter ondersteuning van zijn standpunt heeft [D] in zijn taxatierapport de volgende, omstreeks de waardepeildatum gerealiseerde verkoopprijzen en objectkenmerken van drie, naar zijn mening, vergelijkbare objecten vermeld:
object |
[a-straat] 82 |
[b-straat] 9 |
[c-straat] 23 |
[b-straat] 15 |
soort object |
vrijstaande woning |
vrijstaande woning |
vrijstaande woning |
vrijstaande woning |
bouwjaar |
1978 |
1977 |
1981 |
1976 |
inhoud woning m3 |
500 |
472 |
445 |
470 |
prijs per m3 |
€ 430 |
€ 585 |
€ 580 |
€ 515 |
waarde inhoud woning |
€ 215.000 |
€ 276.120 |
€ 258.100 |
€ 242.050 |
perceelopp. |
784 |
538 |
406 |
580 |
prijs per m2 |
€ 360 |
€ 400 |
€ 400 |
€ 400 |
waarde grond |
€ 253.620 |
€ 211.434 |
€ 162.400 |
€ 223.880 |
dakkapel |
€ 2.000 |
€ 2.000 |
€ 2.000 |
|
garage plat dak |
€ 18.944 |
€ 13.650 |
||
garage dakconstructie |
€ 29.282 |
|||
overkapping |
€ 1.500 |
|||
waarde bijgebouwen |
€ 31.282 |
€ 20.944 |
€ 15.150 |
€ 2.000 |
totaal waarde onr. zaak |
€ 499.902 |
€ 508.498 |
€ 435.650 |
€ 467.930 |
transactiesom |
€ 537.500 |
€ 435.000 |
€ 475.000 |
|
transactiedatum |
1-1-2011 |
1-4-2011 |
8-7-2010 |
5-3-2010 |
voorzieningenniveau |
||||
bouwkundige staat |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
kwaliteit |
matig |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
staat van onderhoud |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
uitstraling |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
ligging |
matig |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
grond vlgs staffel |
€ 281.300 |
€ 211.400 |
€ 162.400 |
€ 224.000 |
correctie ivm ligging |
-€ 27.680 |
€ 34 |
€ 0 |
-€ 120 |
waarde grond na corr. |
€ 253.620 |
€ 211.434 |
€ 162.400 |
€ 223.880 |
gem. grondprijs per m2 |
€ 323 |
€ 393 |
€ 400 |
€ 386 |
De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende bij uitspraak van 21 februari 2013 ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft belanghebbende ter ondersteuning van zijn waardestandpunt een taxatierapport overgelegd, opgemaakt op 11 juni 2013 door [E] van [F] Taxaties o.z. te [L]. In dit rapport is de WOZ-waarde per 1 januari 2011 van de onroerende zaak bepaald op € 420.000 en is melding gemaakt van beginnende scheurvorming in de zij- en voorgevel, maar een nader bouwkundig onderzoek wordt – aldus [E] – niet noodzakelijk geacht. Deze taxateur heeft bij zijn waardering gebruik gemaakt van objectvergelijking van woningen gelegen in de gemeente Nijkerk. Hij heeft in dat verband woningen vermeld, gelegen aan de [c-straat] 17 (bouwjaar 1980, inhoud 580 m³, gelegen op een perceel van 404 m² en verkocht op 8 november 2010 voor € 395.000), [d-straat] 6-8 (bouwjaar 1965, het dubbel woonhuis is in 2002 omgebouwd tot een vrijstaande woning met schuur, inhoud 666 m³, gelegen op een perceel van 509 m² en verkocht op 9 augustus 2010 voor € 415.000), [e-straat] 14 (bouwjaar 1977, inhoud 530 m³, gelegen op een perceel van 611 m² en verkocht op 25 oktober 2011 voor € 440.000) en [f-straat] 36 (bouwjaar 1964, inhoud 500 m³, gelegen op een perceel van 790 m² en verkocht op 11 mei 2011 voor € 450.000).
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2011.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de door de taxateur van de gemeente bij de waardebepaling gebruikte referentiepanden onvoldoende vergelijkbaar zijn met de onroerende zaak. Voorts is hij van mening dat bij de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak onvoldoende rekening is gehouden met de ligging en de staat van de onroerende zaak. Voorts doet belanghebbende een beroep op het gelijkheidsbeginsel omdat voor het buurpand gelegen aan de [a-straat] 80 een lagere WOZ-waarde is vastgesteld. Tot slot stelt belanghebbende dat rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat aan de onroerende zaak voor het belastingjaar 2013 met waardepeildatum 1 januari 2012 een waarde is toegekend van € 460.000 en dat de WOZ-waarden met betrekking tot eerdere tijdvakken dan het onderwerpelijke fors lager lagen.
De heffingsambtenaar is van mening dat de taxateur bij zijn waardebepaling gebruik heeft gemaakt van vergelijkbare referentiepanden en voorts dat hij voldoende rekening heeft gehouden met de door belanghebbende gestelde waardeverminderende omstandigheden. Ook is hij van mening dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet kan slagen en dat de vastgestelde WOZ-waarden die betrekking hebben op vorige danwel volgende tijdvakken dan het onderwerpelijke niet relevant zijn.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en van de heffingsambtenaar, tot vermindering van de bij beschikking vastgestelde waarde van de onroerende zaak tot een waarde van € 420.000 alsmede tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslag OZB. Voorts verzoekt belanghebbende om de heffingsambtenaar te veroordelen in de door belanghebbende gemaakte proceskosten.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.