Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8771, 13/01267
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8771, 13/01267
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 november 2014
- Datum publicatie
- 21 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:8771
- Zaaknummer
- 13/01267
Inhoudsindicatie
Loonheffing. Verhoging premiepercentages voor WAO en WGA via naheffing is niet toegestaan. Integrale proceskostenvergoeding voor hogerberoepsfase.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/01267
uitspraakdatum: 11 november 2014
nummer /
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 31 oktober 2013, nummer AWB 13/300, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Gorinchem (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 opgelegd. Bij beschikking is heffingsrente berekend.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente. Bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag gehandhaafd en de beschikking heffingsrente verminderd.
Belanghebbende is tegen voormelde uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep ongegrond verklaard.
Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 10 december 2013 ter griffie ingekomen.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Bij faxbericht van 26 september 2014 heeft belanghebbende nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2014 te Arnhem. Namens belanghebbende is daar verschenen mr. drs. [A]. Namens de Inspecteur is verschenen [B], bijgestaan door [C] en [D]. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Bij beschikking van 28 december 2006 heeft de Inspecteur de voor de gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidskas (hierna: WAO) voor belanghebbende geldende korting vastgesteld op 0,10% (artikel 37 van de Wet financiering sociale verzekeringen; hierna: Wfsv). Daarbij heeft hij meegedeeld dat de gedifferentieerde premie WAO (0,48% - 0,10% =) 0,38% bedraagt. Bij beschikking van dezelfde datum heeft de Inspecteur voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (hierna: WGA) voor 2007 voor belanghebbende geldende korting vastgesteld op 0,15% (artikel 38 van de Wfsv). Daarbij heeft hij meegedeeld dat de gedifferentieerde premie WGA (0,75% - 0,15% =) 0,60% bedraagt. Tegen deze beschikkingen is geen bezwaar gemaakt.
Naar de bij deze beschikkingen vastgestelde percentages heeft belanghebbende de desbetreffende premies afgedragen.
Bij voor bezwaar vatbare beschikking van 17 augustus 2008 heeft de Inspecteur de premiekorting WAO voor 2007 voor belanghebbende vastgesteld op 0,49% en meegedeeld dat de gedifferentieerde premie WAO daarom (0,48% - 0,49% =) 0,00% bedraagt (kennelijk met toepassing van artikel 2.14 Besluit Wfsv). Bij beschikking van dezelfde datum heeft de Inspecteur de premiekorting WGA voor 2007 voor belanghebbende vastgesteld op 0,70% en meegedeeld dat de gedifferentieerde premie WGA daarom (0,75% - 0,70% =) 0,05% bedraagt. Tegen deze beschikkingen is geen bezwaar gemaakt.
Belanghebbende heeft over deze beschikkingen telefonisch contact met de Inspecteur opgenomen en vervolgens een verzoek om teruggaaf ingediend. De Inspecteur heeft met dagtekening 5 december 2008 aan belanghebbende teruggaaf verleend van het verschil tussen de afgedragen premies en de premies berekend met toepassing van de bij beschikkingen van 17 augustus 2008 vastgestelde percentages.
Nadien ontvangt de Inspecteur van het UWV nadere gegevens, waaruit hij afleidt dat de bij beschikkingen van 17 augustus 2008 vastgestelde premiekortingen te hoog zijn. Op basis van deze gegevens berekent de Inspecteur de gedifferentieerde premie WAO en WGA voor 2007 voor belanghebbende op 0,37%, onderscheidenlijk 0,59%. Voorts berekent de Inspecteur dat op basis van deze premiepercentages belanghebbende na de hiervoor vermelde teruggaaf € 43.643 te weinig premie heeft betaald. Voor dit bedrag heeft de Inspecteur met dagtekening 26 januari 2012 de in geding zijnde naheffingsaanslag opgelegd.
Bij uitspraak van 26 september 2013, nr. 12/00563, ECLI:NL:GHAMS:2013:3384, oordeelde het gerechtshof Amsterdam dat de inspecteur niet de bevoegdheid heeft beschikkingen als de onderhavige in het nadeel van de betrokkene te herzien. De staatssecretaris van Financiën heeft met dagtekening 8 november 2013, nr. DGB 2013‑5625, meegedeeld dat hij afziet van het instellen van beroep in cassatie, klaarblijkelijk omdat hij het oordeel van het gerechtshof Amsterdam deelt.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.
Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar, de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente. Voorts verzoekt belanghebbende om een integrale vergoeding van haar proceskosten en een immateriëleschadevergoeding. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.