Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8773, 14/00027
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8773, 14/00027
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 november 2014
- Datum publicatie
- 21 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:8773
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3085
- Zaaknummer
- 14/00027
Inhoudsindicatie
Wet WOZ. Waardevaststelling woning. Gemeente slaagt in bewijslast.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00027
uitspraakdatum: 11 november 2014
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 december 2013, nummer UTR 13/564, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 8 te [Z] voor het kalenderjaar 2011 – naar de waardepeildatum 1 januari 2010 – vastgesteld op € 924.000. Tevens is een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: de aanslag) aan belanghebbende opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen de uitspraken op bezwaar in beroep gekomen. De rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 6 december 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2014 te Arnhem. Partijen zijn met voorafgaande kennisgeving aan het Hof niet verschenen.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak [a-straat] 8 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) met bouwjaar 1952. Het betreft een vrijstaande woning met een aangebouwde garage. De woning heeft een inhoud van 572 m3 en de garage een inhoud van 162 m3. Beide zijn gelegen op een perceel van 2.235 m2.
De gemeente Zeist is in 2011 begonnen met de herinrichting van de [a-straat], welke aanpassingen in 2012 gereed zijn gekomen. Over de wijziging van het bestemmingsplan voor de [a-straat] heeft een procedure gelopen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Belanghebbende heeft in een faxbericht van 7 oktober 2014 aangegeven dat niemand ter zitting van het Hof zal verschijnen. Daarbij heeft belanghebbende nog opgemerkt:
“De conclusie aan deze zijde is dat er op voldoende wijze de kritiek op de uitspraak van de Rechtbank is verwoord en aan uw Hof voorgelegd.
(…), heeft deze zijde de conclusie getrokken dat een verdere inbreng ter zitting geen toevoeging zal opleveren.
(…)
Voor de goede orde: recentelijk werd nog ontvangen een concept planschaderapport over het perceel van de familie [X]. In het concept is in ieder geval een substantiële waardedaling opgenomen van om en nabij € 40.000,=. Verweerder is met het conceptrapport bekend”.
3 Geschil
Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak op € 924.000 per waardepeildatum 1 januari 2010 te hoog is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraken op bezwaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 825.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.