Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:916, BK 12/00205
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:916, BK 12/00205
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 februari 2014
- Datum publicatie
- 14 februari 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:916
- Zaaknummer
- BK 12/00205
Inhoudsindicatie
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de woning op waardepeildatum op een te hoog bedrag heeft vastgesteld.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
Nummer 12/00205
Uitspraakdatum: 11 februari 2014
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank) van 3 juli 2012, nummer AWB 11/2679, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Dantumadiel (hierna: de heffingsambtenaar).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) bij beschikking (hierna: de beschikking) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 41 te [Z] (hierna: de woning) op 1 januari 2010 (hierna: de waardepeildatum) en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2011 vastgesteld op € 388.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (eigenarenbelasting) voor het jaar 2011 (hierna: de aanslag) ten bedrage van € 410 opgelegd.
Belanghebbende heeft tegen de beschikking en de aanslag bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 juli 2012 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door [A], alsmede de heffingsambtenaar, [B], bijgestaan door [C] (hierna: de taxateur).
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de woning. De woning is een vrijstaand woonhuis met een garage, gebouwd in 1990 en gelegen op een perceel grond van 513 m2. De inhoud van het woonhuis, exclusief de zolder, is 531 m3. De inhoud van de zolder is 101 m3.. Het perceel grenst aan een openbaar vaarwater. Op de grens van het perceel en het water is een damwand geslagen (hierna: de damwand).
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de woning op waardepeildatum op een te hoog bedrag heeft vastgesteld.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de heffingsambtenaar daarentegen ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraak op bezwaar alsmede tot vermindering van de vastgestelde waarde van de woning tot € 309.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.