Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-12-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9714, 14/00180

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-12-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9714, 14/00180

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 december 2014
Datum publicatie
19 december 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:9714
Zaaknummer
14/00180

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Woning. Waardevaststelling in goede justitie door het hof.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00180

uitspraakdatum: 2 december 2014

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 30 januari 2014, nummer AWB 13/4040, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Doetinchem (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 2 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor het jaar 2013, naar waardepeildatum 1 januari 2012, vastgesteld op € 281.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (hierna: OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 319,78.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar de waarde van de onroerende zaak en de aanslag OZB gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 30 januari 2014 ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij faxbericht tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 november 2014 te Arnhem. Belanghebbende is daar vertegenwoordigd door ir. [A] (hierna: [A]). Namens de heffingsambtenaar is verschenen [B], bijgestaan door [C], WOZ-taxateur (hierna: [C]).

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een half vrijstaande semi-bungalow die de helft vormt van een dubbel woonhuis en gelegen is op een perceel van 516 m2. De woning is gebouwd in 1975 en heeft een veranda, een dakkapel en een uitbouw. Tot de onroerende zaak behoren voorts een op het perceel gelegen garage/berging en een tuinhuisje. De onroerende zaak is goed onderhouden en het sanitair en de badkamer zijn recentelijk vernieuwd.

2.2.

De woning aan de [a-straat] 6 te [Z] is in de loop van 2012 voor € 249.000 te koop aangeboden. Na ongeveer drie maanden is [a-straat] 6 verkocht voor € 225.000. Het betreft een gelijkvormige semi-bungalow als de onroerende zaak die aan dezelfde straat is gelegen. Deze woning is evenals de onroerende zaak in 1975 gebouwd en heeft een gelijke inhoud. De woning is gedateerd en de aangebouwde serre is in slechte staat.

2.3.

De garage van [a-straat] 6 is geschakeld aan de garage van de andere helft van het dubbele woonhuis waartoe de onroerende zaak behoort, [a-straat] 4. Laatstgenoemde woning is een gelijkvormige semi-bungalow als de onroerende zaak en heeft een gelijke inhoud. De woning is gedateerd. [a-straat] 4 is op 3 juni 2013 voor € 250.000 verkocht.

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de heffingsambtenaar de per waardepeildatum 1 januari 2012 aan de onroerende zaak toegekende waarde van € 281.000 te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 265.000.

3.4.

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing