Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2045, 14/00503
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2045, 14/00503
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 maart 2015
- Datum publicatie
- 27 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:2045
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2541
- Zaaknummer
- 14/00503
Inhoudsindicatie
Wet woz. Waardevaststelling vrijstaande woning. Gemeente slaagt in bewijslast.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00503
uitspraakdatum: 17 maart 2015
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 10 april 2014, nummer AWB 12/6115, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Renkum (hierna: de heffingsambtenaar),
betreffende een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 35 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor het kalenderjaar 2012, naar waardepeildatum 1 januari 2011, vastgesteld op € 588.000.
Belanghebbende heeft op 9 maart 2012 bezwaar gemaakt tegen voornoemde beschikking.
Belanghebbende heeft op 16 mei 2012 beroep bij de rechtbank Arnhem ingesteld vanwege het niet tijdig nemen van een uitspraak op bezwaar.
De rechtbank Arnhem heeft bij uitspraak van 25 september 2012, nummer AWB 12/2253, het beroep ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 oktober 2012 de vastgestelde waarde gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 10 april 2014, nummer AWB 12/6115, het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft bij faxbericht van 16 april 2014 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 maart 2015. De zaken met de nummers 14/00503 en 14/00504 zijn gezamenlijk behandeld. Belanghebbende is verschenen, vergezeld van zijn partner. De heffingsambtenaar is vertegenwoordigd door mr. [A], [B] en [C].
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning met garage, berging en zwembad. De woning is gebouwd in 1950 en is verbouwd in de jaren zeventig. De woning heeft een inhoud van 669 m³ en is gelegen op een perceel met een oppervlakte van 1.051 m².
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2011.
De klachten van belanghebbende in hoger beroep begrijpt het Hof aldus dat het taxatierapport niet door een onafhankelijke taxateur is opgesteld en dat bij de waardevaststelling ten onrechte geen of onvoldoende rekening is gehouden met de inpandige gebreken, het door de gemeente gevoerde groenbeleid en andere verkoopbelemmerende omstandigheden. Verder heeft belanghebbende zich beroepen op een eerder tussen partijen gesloten compromis en heeft belanghebbende aangevoerd dat de griffier van de Rechtbank enige stukken niet tijdig aan belanghebbende heeft toegezonden. Voorts heeft belanghebbende verzocht om schadevergoeding en om getuigen op te roepen.
Belanghebbende bepleit een lagere waarde. De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 588.000. Ter staving daarvan wijst de heffingsambtenaar op het taxatierapport van WOZ-taxateur [D] van 14 maart 2013 waarin de waarde is getaxeerd op € 614.000.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.