Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2188, 14/00508

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2188, 14/00508

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 maart 2015
Datum publicatie
27 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:2188
Zaaknummer
14/00508

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling vrijstaande woning. Gemeente slaagt in bewijslast.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00508

uitspraakdatum: 17 maart 2015

Uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 24 april 2014, nummer UTR 13/4774, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Soest (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 47 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) voor het kalenderjaar 2013, naar de waardepeildatum 1 januari 2012, vastgesteld op € 532.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerende-zaakbelasting 2013 (hierna: de aanslag OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 439.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 9 augustus 2013 de waarde van de onroerende zaak en de aanslag OZB gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen de uitspraken van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak 24 april 2014 ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 februari 2015 te Arnhem. De gemachtigde van belanghebbende, [A] is ter zitting verschenen, bijgestaan door taxateur [B]. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [C], bijgestaan door [D].

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning met aanbouw, kelder en een vrijstaande garage. Het bouwjaar van de woning is 1921. De inhoud van de woning bedraagt inclusief aanbouw 510 m³. De oppervlakte van het perceel bedraagt 953 m².

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 532.000.

3.3.

Belanghebbende staat een waarde voor van € 487.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing