Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3789, 14/00874

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-05-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:3789, 14/00874

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 mei 2015
Datum publicatie
5 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:3789
Zaaknummer
14/00874

Inhoudsindicatie

Leges. Omgevingsvergunning. Vaststelling bouwkosten woonboerderij.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

Nummer 14/00874

uitspraakdatum: 27 mei 2015

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 10 juli 2014, nummer Awb 14/143, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Staphorst (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij schriftelijke kennisgeving van 9 juli 2013 een bedrag aan leges in rekening gebracht welk bedrag, na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, bij uitspraak op bezwaar door de heffingsambtenaar is verminderd.

1.2

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 10 juli 2014 ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd waaronder de bijlagen bij het verweerschrift in eerste aanleg die door de heffingsambtenaar op verzoek van het Hof hernieuwd zijn overgelegd en de pleitnota die door de heffingsambtenaar ter zitting van het Hof is voorgedragen.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede de heffingsambtenaar [A].

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 25 januari 2012 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor, onder meer, het bouwen van een woning op het adres [a-straat] 305 te [Z], gemeente Staphorst.

2.2

Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst van 9 juli 2013 is de omgevingsvergunning geweigerd.

2.3

Bij schriftelijke kennisgeving van eveneens 9 juli 2013 heeft de heffingsambtenaar voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges in rekening gebracht tot een bedrag van € 13.666,47. In dit bedrag is begrepen een bedrag van € 5.275,86 wegens bouwactiviteiten en van € 951,04 wegens het toepassen van de zogenoemde welstandstoets.

2.4

De in 2.3 genoemde onderdelen van de in rekening gebrachte leges zijn afhankelijk van de bouwkosten van het werk waarvoor de omgevingsvergunning is aangevraagd. De heffingsambtenaar heeft de bouwkosten, in afwijking van de opgegeven bouwkosten van € 210.000, berekend op € 268.798.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is nog slechts in geschil de hoogte van de in rekening gebrachte leges wegens bouwactiviteiten en de welstandstoets. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de heffingsambtenaar de bouwkosten op de juiste wijze heeft vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend. Hij is van mening – kort gezegd – dat, evenals dat het geval is bij andere woningtypen en woonboerderijen als onderdeel van een agrarisch object, ook bij een toename van de inhoud van het door hem voorziene bouwwerk boven 750 m³ de gemiddelde bouwkosten per kubieke meter verder moeten worden verlaagd. Voorts stelt hij dat de bouwkosten per kubieke meter sedert het uitbreken van de crisis zijn verlaagd. Daarmee is geen rekening gehouden. Indien met deze twee argumenten rekening wordt gehouden zal de gemiddelde bouwsom per m³ ongeveer € 200 bedragen in plaats van het bedrag van € 255 dat door de heffingsambtenaar is gebruikt, en komen de geschatte bouwkosten in de buurt van het door hem opgegeven bedrag van € 210.000.

3.3

De heffingsambtenaar is van mening dat bij de vaststelling van de bouwkosten waarnaar de leges worden berekend de voorgeschreven wijze van berekenen moet worden gevolgd. De raad van de gemeente Staphorst heeft een autonome bevoegdheid tot het vaststellen van de legesverordening en de maatstaven waarnaar de leges worden geheven. De door belanghebbende opgegeven bouwkosten zijn gebaseerd op oude bouwtekeningen uit 2009 en de offerte is onvolledig.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt verder aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar, en tot vermindering van de leges.

3.6

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing