Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4058, 13/00247
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4058, 13/00247
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 juni 2015
- Datum publicatie
- 12 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:4058
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBONE:2013:BY8270, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2725, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 13/00247
Inhoudsindicatie
BTW-compensatiefonds. Aanleg van op- en afritten. Is gemeente afnemer?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/00247
uitspraakdatum: 2 juni 2015
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Gemeente [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland van 15 januari 2013, nummer AWB 11/4458, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op de voet van artikel 3 van de Wet op het BTW-compensatiefonds (hierna: Wet BCF) voor het kalenderjaar 2008 een bijdrage uit het fonds gevraagd van € 4.293.002. De Inspecteur heeft bij voor bezwaar vatbare beschikking van 1 april 2010 de bijdrage voor het kalenderjaar 2008 na correctie van een bedrag van € 167.200 vastgesteld op € 4.125.802.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Oost-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 15 januari 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] MSc en drs. [B] als de gemachtigden van belanghebbende, bijgestaan door [C] en [D], beiden werkzaam bij belanghebbende. Namens de Inspecteur is verschenen en gehoord mr. [E], bijgestaan door [F].
Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd en voorgedragen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Al in 1993 had belanghebbende het plan de nieuwbouwwijk [G] te realiseren. In dat kader is besloten de kosten voor de ontsluiting van deze nieuwbouwwijk ten laste te brengen van de “reserve bovenwijkse voorzieningen”, waaraan een deel van de opbrengst van uit te geven percelen grond zou worden gedoteerd.
De nieuwbouwwijk [G] zou worden gerealiseerd in de nabijheid van rijksweg 28 (hierna: de A28). Aan de andere zijde van de A28 had de gemeente [H] plannen voor de realisering van de nieuwbouwwijk [I].
Aanvankelijk werd aangenomen dat met de destijds bestaande indirecte aansluiting op de A28 de wijk [I] voldoende ontsloten zou worden, namelijk via de afslag van rijksweg 1, [H] Noord. Bij uitspraak van 26 juli 2000, nr. 200001629/2, heeft de Raad van State echter beslist dat een extra aansluiting op de A28 moest worden aangelegd in verband met de bouw van de nieuwbouwwijk [I]; de aanleg van de nieuwbouwwijk [I] kon alleen doorgang vinden, indien die wijk zou worden ontsloten door middel van nieuw aan te leggen op- en afritten op de A28. De gemeente [H] en belanghebbende (hierna tezamen ook: de gemeenten) hebben vervolgens een gezamenlijk plan opgesteld om de nieuwbouwwijken [I] en [G] te ontsluiten.
Op 21 december 2000 is de “Overeenkomst inzake optimalisering (auto)infrastructuur [I] en omgeving” (hierna: de Raamovereenkomst) ondertekend. Partijen daarbij waren de minister van Verkeer en Waterstaat, de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de provincies Gelderland en Utrecht en de gemeenten. In deze Raamovereenkomst hebben partijen een zogenoemde spreidingsvariant ontwikkeld, die onder meer voorziet in de realisering van de A28-aansluiting [I]/[G]. De bij de overeenkomst betrokken partijen hebben zich verplicht de bestuurlijke maatregelen te nemen om de spreidingsvariant te realiseren. In de overeenkomst is opgenomen dat de kosten van onder meer de toe- en afritten die de aansluiting op de A28 vormen worden gedragen door de gemeenten, met dien verstande dat de provincie Gelderland de mogelijkheid van een bijdrage zal onderzoeken.
Op 14 november 2005 is de “Overeenkomst aangaande de toekomstvaste realisatie en het beheer en onderhoud van A28-aansluiting [I]/[G]” gesloten tussen de minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeenten (hierna: de Samenwerkingsovereenkomst). Daarin is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Op 1 juli 2004 hebben de partijen de intentie uitgesproken de nieuwe A28-aansluiting ‘[I]/[G]’, inclusief de ontsluitingswegen naar de wijken ‘[I]’ en ‘[G]’ gezamenlijk te realiseren.
(…)
Artikel 2 Definitie project
Het project omvat:
a. De realisatie van een nieuwe aansluiting op de A28 (kwart klaverblad), bestaande uit:
➢ een viaduct over de A28;
➢ een toe- en afrit aan oost- en westzijde van de A28;
➢ een rotonde aan de oost- en westzijde van de A28.
(…)
Alleen de onder artikel 2 a genoemde projectonderdelen hebben betrekking op deze overeenkomst.
(…)
Artikel 1. Vaststellen definitief ontwerp
Het Rijk stelt in overleg met de gemeente [H] en de gemeente [X] het Programma van Eisen op ten aanzien van het viaduct over de A28 en de bijbehorende op en afritten, overeenkomstig de principeoplossing zoals deze is weergegeven op de als bijlage I. bijgevoegde tekening.
(…)
Artikel 2. Hoogte bijdrage
1. Het Rijk draagt € 1,1 miljoen exclusief BTW, inclusief VAT-kosten, prijspeil 2004 bij aan een toekomstvast viaduct t.b.v. de nieuwe A-28 aansluiting [I]/[G].
(…)
Artikel 3. Oplevering van het werk
Oplevering van het in deze overeenkomst omschreven werk door een aannemer en/of leverancier vindt plaats nadat hierover tussen het Rijk en de Gemeenten [H] en [X] overleg is gevoerd. Het Rijk wordt in de gelegenheid gesteld, voordat de oplevering heeft plaatsgevonden, zich over de kwaliteit van het gereed gekomen werk (onderdeel) voor zover die bij het Rijk in beheer en onderhoud komen een oordeel te vormen door deze te toetsen aan de eisen van het bestek of de opdracht. Nadat het Rijk akkoord is, kan de oplevering plaatsvinden. (…)
Artikel 4. Projectorganisatie
1. Partijen voeren gezamenlijk de regie over het project, waarbij de gemeente [H] als penvoerder optreedt.
2. De gemeente [H] stelt mede namens de gemeente [X] en het Rijk voor de uitvoering van het project een projectleider aan, die tevens projectbegeleider is voor de gemeente [H].
3. De projectleider functioneert op basis van een door Partijen vast te stellen Plan van aanpak en informeert Partijen door middel van voortgangsrapportages.
4. De gemeente [X] en het Rijk stellen beiden een projectbegeleider aan. De projectbegeleider van [X] treedt op als eerste aanspreekpunt voor de projectleider en begeleidt de gemeentelijke processen in [X] ten behoeve van de uitvoering van het project De projectbegeleider van het Rijk treedt op als eerste aanspreekpunt voor de projectleider en begeleidt de processen bij het Rijk ten behoeve van de uitvoering van het project.
5. De projectleider is integraal verantwoordelijk voor de uitvoering van het project en overlegt met de projectbegeleiders van de gemeente [X] en het Rijk over de inhoud en de voortgang van het project.
6. De gemeente [X] stelt een toezichthouder aan ten behoeve van de uitvoering van het project. Deze toezichthouder maakt onderdeel uit van de directie UAV van de gemeente [H], die de uitvoering van het project begeleidt.
7. Het Rijk is agendalid van de bouwvergaderingen. Het Rijk stelt geen toezichthouder aan.
(…)
Artikel 6. Gronden en eigendom
(…)
De gronden liggend onder de aansluiting op de A-28 worden door het Rijk gekocht van de gemeente [H] voor een bedrag van 13 per m2. Het gaat hier om een oppervlakte van 5,9865 ha. aan de westzijde en om 5,2000 ha aan de oostzijde van de A-28. Het bedrag gemoeid met deze overdracht komt daarmee op € 1.454.245,00 (prijspeil juli 2005).
(…)
De hiervoor vereiste eigendomsoverdracht zal worden geregeld per aparte notariële acte.
Artikel 7.Beheer en onderhoud
Bij het Rijk berust (…) het beheer en onderhoud van:
➢ De toe- en afritten naar en van rijksweg A28
(…)
Het beheer en onderhoud van het wegdek op het viaduct berust vanaf openstelling voor het verkeer bij de gemeente [X].
Artikel 8 Garantiebepaling
1. (…)
2. Direct na de feitelijke levering zullen gemeenten [H] en [X] alle documenten die zij heeft aangaande het viaduct en de weg overdoen aan Rijkswaterstaat.”
Eveneens op 14 november 2005 hebben de gemeenten de “Realisatie-overeenkomst A28-aansluiting [I]/[G]” gesloten (hierna: de Realisatieovereenkomst). Daarin is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Partijen wensen hun afspraken met betrekking tot de realisatie van het project ‘A28-aansluiting [I]/[G]’ vast te leggen in de onderhavige overeenkomst.
(…)
Artikel 1: Doel van de overeenkomst
Deze overkomst is gericht op het door de partijen gezamenlijk realiseren van het project ‘A28 - aansluiting [I]/[G]’.
(…)
Artikel 3: Definitie project
Het project omvat:
a. De realisatie van een nieuwe aansluiting op de A28 (kwart klaverblad), bestaande uit:
➢ een viaduct over de A28;
➢ een toe- en afrit aan oost- en westzijde van de A28;
➢ een rotonde aan de oost- en westzijde van de A28.
(…)
Artikel 4: Omschrijving werkzaamheden
Voor de realisatie van het project dienen de volgende werkzaamheden te worden verricht:
-
Ontwerpen en engineering van wegen en kunstwerken;
-
Conditionering (geotechniek, archeologie, milieu, geluid, kabels&leidingen, waterhuishouding, landschap, vergunningen, etc.);
-
Grondverwerving;
-
Aanbesteding en contractering;
-
Directievoering en toezicht tijdens de uitvoering;
-
Communicatie.
Artikel 5: Uitvoering werkzaamheden
Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het project, waarbij de drie in artikel 3. gedefinieerde onderdelen te onderscheiden zijn.
Gemeente [H] is verantwoordelijk voor de uitvoering van de in artikel 4. omschreven werkzaamheden met uitzondering van de grondverwerving binnen de gemeentegrenzen van gemeente [X] aan de oostzijde van de A-28.
Gemeente [X] is verantwoordelijk voor de verwerving van gronden binnen haar gemeentegrenzen aan de oostzijde van de A-28.
Gemeente [X] verleent gemeente [H] toestemming om gebruik te maken van de bij de gemeente [X] in bezit zijnde gronden. (…)
(…)
Artikel 7: Planning
Partijen spannen zich in het totale project uiterlijk gereed te hebben op 31 december 2008.
(…)
Artikel 8: Projectorganisatie
Partijen voeren gezamenlijk de regie over het project, waarbij de gemeente [H] als penvoerder optreedt.
(…)
Artikel 9: Kosten en kostenverdeling
De totale realisatiekosten van het project bedragen € 37.577 miljoen exclusief BTW prijspeil 2007.
Gemeente [X] draagt € 9.692 miljoen exclusief BTW (prijspeil 2007) bij aan het project, zijnde 50% van de geraamde projectkosten genoemd onder artikel 3 lid a, en de geraamde projectkosten genoemd onder artikel 3 lid c. Tevens draagt zij de kosten van de grondverwerving binnen haar gemeentegrenzen voor de ontsluitingsweg ‘[G]’ en de nieuwe A-28 aansluiting aan de oostzijde van de A-28.
(…)
Artikel 11: Aanbesteding en oplevering van het werk
(…)
Gemeente [H] maakt een proces-verbaal van de oplevering van (een onderdeel van) het werk en verstrekt dit proces-verbaal onmiddellijk aan de gemeente [X].
Artikel 12: Beheer en onderhoud
Het beheer en onderhoud van het in deze overeenkomst genoemde werk berust bij de verantwoordelijke wegbeheerders (zie bijlage II).
Vanaf het moment dat (een onderdeel van) het werk is opengesteld voor het verkeer berust het beheer en onderhoud bij de verantwoordelijke wegbeheerder.
Artikel 13: Gronden en Eigendom
De toekomstige beheer- en eigendomsgrenzen tussen Rijk, de gemeente [H] en de gemeente [X] van de in deze overeenkomst genoemde werken zijn aangegeven op de bij deze overeenkomst behorende tekening (zie bijlage II).
(…)
Artikel 17: Afspraken Partijen en het Rijk
Afspraken tussen partijen en het Rijk met betrekking tot het project ‘A28-aansluiting ‘[I]/[G]’ zijn vastgesteld in een aparte overeenkomst tussen Rijk, gemeente [H] en gemeente [X].
De gemeente [H] heeft vervolgens een aannemer opdracht gegeven de op- en afritten te realiseren. Op 25 mei 2009 heeft de aannemer de op- en afritten opgeleverd aan de gemeente [H] en op 27 mei 2009 zijn deze opengesteld voor het verkeer. Het beheer en onderhoud van de op- en afritten berusten sinds de openstelling in mei 2009 bij het Rijk.
Op grond van de Realisatieovereenkomst heeft de gemeente [H] aan belanghebbende facturen uitgereikt voor haar deel van de kosten van de aanleg van onder meer de op- en afritten, met vermelding van omzetbelasting. De op de facturen vermelde bedragen heeft belanghebbende aan de gemeente [H] betaald. Het Rijk heeft geen financiële bijdrage geleverd aan de aanleg van de op- en afritten.
Bij overeenkomst van 7 december 2010 heeft belanghebbende de bij haar in eigendom zijnde percelen grond waarop de op- en afritten zijn gelegen, verkocht aan de Staat (Ministerie van Infrastructuur en Milieu; hierna: het Rijk). Deze percelen grond zijn vervolgens bij notariële akte van 13 januari 2011 geleverd. De koopsom van € 1.323.322 was gelijk aan de grondwaarde (exclusief de kosten van de nieuwe aansluiting op de A28). In deze overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“AANKOOP VAN REGISTERGOED TEN BEHOEVE VAN DE AANSLUITING
[G] OP RIJKSWEG A28 MET BIJKOMENDE WERKEN IN DE GEMEENTE
[X].
(…)
1. Koper koopt van verkoper, die aan koper verkoopt de percelen grond, gelegen nabij de aansluiting [I]/[G] op rijksweg A28 (…).
3. De koop geschiedt voor de koopsom van € 1.323.322 (…).
4. Koper is over de koopsom ad € 1.323.322,= een rentevergoeding van 4% (samengestelde intrest) over de periode vanaf 1 juli 2005 tot de datum van juridische levering aan verkoper verschuldigd.
De koop is gesloten onder de volgende bepalingen:
(…)
4 Artikel 4 (feitelijke levering, staat van het verkochte)
De feitelijke levering (aflevering) van het verkochte aan koper zal geschieden in de staat waarin het zich bij het sluiten van deze overeenkomst bevindt.
(…)
Koper is voornemens het verkochte ten behoeve van de aansluiting [I]/[G] op rijksweg A28 met bijkomende werken te gebruiken.
(…)