Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4675, 14/00543
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4675, 14/00543
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 23 juni 2015
- Datum publicatie
- 3 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:4675
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2495, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 14/00543
Inhoudsindicatie
Rioolheffing. Loods. Recreatieterreinen eenmaal belast voor eigenarendeel. Schending gelijkheidsbeginsel?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00543
uitspraakdatum: 23 juni 2015
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 april 2014, nummer Awb 13/2409, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Steenwijkerland (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 bij in één geschrift vervatte aanslagen rioolheffing voor eigenaren opgelegd van in totaal € 1.001,28.
Het bezwaar van belanghebbende tegen deze aanslagen is door de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 24 april 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 maart 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C].
De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van een pand (hierna: loods) aan de [a-straat] 32 te [Z]. De loods is door middel van verplaatsbare scheidingswanden onder te verdelen in maximaal tien units. In 2013 was de loods onderverdeeld in acht units.
Iedere unit in de loods is voorzien van een (indirecte) aansluiting op de gemeentelijke riolering.
Twee naast elkaar gelegen units die leeg staan, zijn gezamenlijk aangemerkt als één onroerende zaak. De overige units zijn elk aangemerkt als een onroerende zaak. De heffingsambtenaar is voor de rioolheffing uitgegaan van zeven percelen.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de hoogte van de aanslagen rioolheffing. Het geschil spitst zich toe op de vragen:
1. of de heffing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel;
2. of de baten van de rioolheffing de lasten ter zake (opbrengstlimiet) overtreffen;
3. of sprake is van een willekeurige en onredelijke heffing.
Tussen partijen is niet langer in de geschil dat de heffingsambtenaar voor de rioolheffing is uitgegaan van zeven percelen.
Belanghebbende beantwoordt de vragen onder 3.1 bevestigend, de heffingsambtenaar beantwoordt deze ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot die van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de aanslagen rioolheffing tot € 143,04, zijnde eenmaal het eigenarendeel van de rioolheffing voor de gehele loods.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.