Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4676, 14/00978
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:4676, 14/00978
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 23 juni 2015
- Datum publicatie
- 3 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:4676
- Zaaknummer
- 14/00978
Inhoudsindicatie
Wet woz. Vrijstaande woning. Gemeente slaagt in hoger beroep in bewijslast.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/00978
uitspraakdatum: 23 juni 2015
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 29 juli 2014, nummer AWB 13/6993, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Oude IJsselstreek (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 54 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 262.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (hierna: OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 335.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 239.000 en de opgelegde aanslag OZB verminderd tot € 306.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 29 juli 2014 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd, de vastgestelde waarde verminderd tot € 235.000 en de aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, waarop de heffingsambtenaar in zijn conclusie van dupliek heeft gereageerd.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende, ir. [A], WOZ-taxateur, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C], WOZ-taxateur.
De gemachtigde van belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota van mr. [D] overgelegd en voorgedragen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
Na het sluiten van het onderzoek heeft het Hof op 28 mei 2015 een brief van belanghebbende ontvangen en op 29 mei 2015 een schriftelijke reactie daarop van de heffingsambtenaar. Het Hof vindt in de brieven geen aanleiding het onderzoek te heropenen en zal op deze brieven dan ook geen acht slaan. Beide brieven zijn aan deze uitspraak gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning met een inhoud van 400 m3 met deel, berging, dierenverblijf en hobbykas op een perceel met een oppervlakte van ongeveer 4000 m2. Het bouwjaar van de woning is ongeveer 1870. In 2011 heeft belanghebbende een carport gebouwd en in 2012 heeft zij de verwarmingsketel vervangen.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak voor de Wet WOZ op de waardepeildatum.
Belanghebbende is van mening dat de waarde moet worden vastgesteld op de grondwaarde verminderd met de sloopkosten, omdat de meest gerede koper de woning zal slopen. De gemachtigde van belanghebbende taxeert de waarde van de onroerende zaak op € 200.000.
De heffingsambtenaar conformeert zich aan de door de Rechtbank verminderde waarde van € 235.000.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de heffingsambtenaar, vermindering van de vastgestelde waarde tot € 200.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag OZB.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.