Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:538, 14/00305

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:538, 14/00305

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 januari 2015
Datum publicatie
30 januari 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:538
Zaaknummer
14/00305

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2012 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Zittingsplaats Leeuwarden

nummer: 14/00305

uitspraakdatum: 27 januari 2015

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak in de zaak met het nummer AWB 13/1458 van de rechtbank Noord-Nederland van 25 februari 2014 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Aa en Hunze (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 28 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 199.000.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de vastgestelde waarde gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank Noord Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 25 februari 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Tegen deze uitspraak is door belanghebbende hoger beroep aangetekend. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 januari 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende bijgestaan door zijn echtgenote en namens de heffingsambtenaar [A], gecertificeerd WOZ-taxateur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.2

De onroerende zaak betreft een twee-onder-één kapwoning met aangebouwde garage uit circa 1985. De inhoud van de woning is ongeveer 348 m³ en de woning is gelegen op een perceel van ongeveer 343 m².

3 Geschil en standpunten van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2012 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt voormelde vraag bevestigend. Belanghebbende stelt hiertoe dat hij ernstige overlast ondervindt van zijn buren. Belanghebbende heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de waarde van de woning op nihil moet worden gesteld.

3.3

De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de waarde van de onroerende zaak niet op een te hoog bedrag is vastgesteld en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Partijen hebben voorts aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken en door hen is verklaard ter zitting.

4 Overwegingen omtrent het geschil

5 Proceskosten

6 De beslissing