Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6264, 14/00587

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6264, 14/00587

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 augustus 2015
Datum publicatie
28 augustus 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6264
Zaaknummer
14/00587

Inhoudsindicatie

Tussen partijen is de waarde van de woning in geschil.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00587

uitspraakdatum: 25 augustus 2015

Uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de erven van [X] te [Z] (hierna: belanghebbenden)

tegen de uitspraak van rechtbank Noord-Nederland van 22 mei 2014, nummer AWB 13/3243,

in het geding tussen belanghebbenden en

de heffingsambtenaar van de gemeente Westerveld (hierna: de Heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft voor het jaar 2013 de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 12 te [Z] bij beschikking vastgesteld en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen en de rioolheffing opgelegd.

1.2.

Belanghebbenden hebben bezwaar gemaakt tegen de beschikking en de aanslagen. Bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de bezwaren afgewezen.

1.3.

Belanghebbenden zijn tegen de uitspraken van de Heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) en hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en, onmiddellijk uitspraak doende in de hoofdzaak, het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Voorzieningenrechter is op 24 juni 2014 ter griffie ingekomen. Het hoger beroep is niet gericht tegen de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening, maar tegen de ongegrondverklaring van het beroep.

1.5.

De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 augustus 2015 te Leeuwarden. Namens belanghebbenden is verschenen [A] . Namens de Heffingsambtenaar is verschenen [B] , bijgestaan door [C] (hierna: de taxateur). Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbenden zijn eigenaar van de woning [a-straat] 12 te [Z] (hierna: de woning). De woning is een in het buitengebied gelegen vrijstaande rietgedekte villa/landhuis met twee dakkapellen met een inhoud van 504 m³ (volgens belanghebbende) of 557 m³ (volgens de Heffingsambtenaar) gelegen op een kavel van 3.630 m². Verder behoren tot de woning een vrijstaande garage en twee bergingen.

2.2.

De Heffingsambtenaar heeft met dagtekening 26 februari 2013 de waarde van de woning voor het jaar 2013 naar de waardepeildatum 1 januari 2012 vastgesteld op € 572.000. Bij hetzelfde geschrift zijn aanslagen in de onroerendezaakbelasting (eigenaren) en rioolrecht opgelegd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is de waarde van de woning in geschil.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbenden concluderen tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en vermindering van de waarde tot € 490.000. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing