Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:631, 14/00542

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-01-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:631, 14/00542

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 januari 2015
Datum publicatie
6 februari 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:631
Zaaknummer
14/00542

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Aftrek specifieke zorgkosten. Bewijs?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/000542

uitspraakdatum: 27 januari 2015

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 april 2014, nummer AWB 13/5840, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.908. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 69.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 24 april 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de Inspecteur [A].

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Tot het huishouden van belanghebbende behoren in 2011 naast zijn echtgenote [B] (hierna: de echtgenote), zijn zoon [C], geboren [in] 1989 (hierna: de zoon), en zijn dochter [D], geboren [in] 1998 (hierna: de dochter).

2.2

Belanghebbende heeft in zijn, door een belastingconsulent ingevulde aangifte IB/PVV 2011 als persoonsgebonden aftrekpost in aanmerking genomen: uitgaven voor specifieke zorgkosten van € 4.651 en aftrekbare giften van € 878. De specifieke zorgkosten zijn als volgt samengesteld:

Kosten medicijnen € 364

Dieetkosten - 2.300

Extra uitgaven voor kleding en beddengoed - 900

€ 3.565

Genees- en heelkundige hulp - 192

Uitgaven specifieke zorgkosten voor toepassing verhoging € 3.756

Verhoging specifieke zorgkosten 40% van € 3.565 = - 1.426

Totaal uitgaven specifieke zorgkosten € 5.182

Af: Drempel uitgaven specifieke zorgkosten - 531

Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten € 4.651

2.3

Belanghebbende heeft patiëntenkaarten van hem en zijn gezinsleden overgelegd. Op de patiëntenkaart van de dochter staat onder episoden vermeld dat sinds 5 februari 2008 zevenentwintig contacten zijn geweest over “Allergische rhinitis/conjunctivitis, conchacaustiek.Allergie Graspollen/HSM/Hond/Kat”. De huisarts of zijn assistente heeft het volgende met de hand op de patiëntenkaart bijgeschreven:

“- niet met dieet bekend

- wel met allergie voor:

- graspollen

- huisstofmijt

- hond/kat”

2.4

Op de patiëntenkaarten van de echtgenote staat onder episoden vermeld dat er sinds 5 februari 2008 zestien contacten zijn geweest over “Allergische/Chron. rhinosinusitis, Allergie HSM”. De huisarts of zijn assistente heeft het volgende met de hand op een van de patiëntenkaarten bijgeschreven:

“- niet met dieet bekend

- wel met allergie voor huisstofmijt.”

2.5

Op de patiëntenkaart van de zoon staat onder episoden vermeld dat op 28 maart 2008 contact is geweest over “Allergie huisstofmijt:conjunctivitis/rhinitis”.

2.6

De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2011 de aftrekbare giften geweigerd en bij de specifieke zorgkosten voor de echtgenote en de dochter ieder een bedrag van € 300 in aanmerking genomen als uitgaven voor extra kleding en beddengoed en de overige zorgkosten geweigerd, zodat de uitgaven voor specifieke zorgkosten als volgt zijn vastgesteld:

Kosten medicijnen € 0

Genees- en heelkundige hulp - 0

Dieetkosten - 0

Extra uitgaven voor kleding en beddengoed - 600

Specifieke zorgkosten € 600

Verhoging specifieke zorgkosten 40% - 240

Totaal uitgaven specifieke zorgkosten € 840

Af: Drempel uitgaven specifieke zorgkosten - 531

Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten € 309

2.7

Belanghebbende is in 2011 enkele malen naar Marokko gereisd. Hij heeft daar een arts bezocht.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur terecht de uitgaven voor specifieke zorgkosten heeft beperkt tot het onder 2.6 genoemde bedrag. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur en tot vermindering van het belastbare inkomen uit werk en woning, waarbij rekening wordt gehouden met de niet geaccepteerde uitgaven voor specifieke zorgkosten.

3.4

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing