Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6336, 14/00927

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6336, 14/00927

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 augustus 2015
Datum publicatie
4 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6336
Zaaknummer
14/00927

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling vrijstaande woning. Gemeente slaagt in bewijslast

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00927

uitspraakdatum: 25 augustus 2015

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 4 juli 2014, nummer UTR 14/339, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden (hierna: de heffingsambtenaar),

betreffende een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 40 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor het kalenderjaar 2013, naar waardepeildatum 1 januari 2012, vastgesteld op € 816.000.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 december 2013 de vastgestelde waarde gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen. De rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 4 juli 2014, verzonden op 15 juli 2014, het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft bij faxbericht van 26 augustus 2014 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juli 2015 te Arnhem. Belanghebbende is vertegenwoordigd door [A] , werkzaam bij [B] te [C] . De heffingsambtenaar is verschenen in de persoon van [D] , bijgestaan door taxateur ing. [E] .

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning met een aangebouwde garage (135 m³) en een vrijstaande berging (310 m³). De woning is gebouwd in 1998, heeft een inhoud van 574 m³ en is gelegen op een perceel met een oppervlakte van 11.395 m².

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2012.

3.2.

Belanghebbende staat een waarde voor van € 695.000. Ter onderbouwing daarvan wijst belanghebbende op een taxatierapport van [F] van 12 augustus 2013, waarin de waarde is getaxeerd op € 654.000, in hoger beroep aangevuld met een taxatiekaart waarin de waarde is getaxeerd op € 695.000.

3.3.

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 816.000. Ter staving daarvan wijst de heffingsambtenaar op een taxatiematrix die in hoger beroep is ingebracht.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 695.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing