Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6401, 14/00674

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6401, 14/00674

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 september 2015
Datum publicatie
4 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6401
Zaaknummer
14/00674

Inhoudsindicatie

In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op waardepeildatum.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00674

uitspraakdatum: 1 september 2015

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 10 juni 2014, nummer AWB LEE 13/3178, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tynaarlo (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 3 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 386.000. Tevens heeft hij een aanslag in de onroerendezaakbelasting opgelegd.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de bestreden beschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 10 juni 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 augustus 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede namens de heffingsambtenaar [A] , bijgestaan door [B] (taxateur).

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een vrijstaande woning met onder de woning een garage. Het bouwjaar van de woning en de garage is 2000. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van 2.660 m². Verder behoren bij de woning een berging/tuinhuis (bouwjaar 2000) en twee carports (bouwjaar 1995 en 2000).

2.2

De inhoud van het hoofdgebouw van de onroerende zaak (de woning) is 369 m³, de inhoud van de ondergrondse garage is 165 m³. Daarvan heeft de heffingsambtenaar 23 m³ als woonkelder/souterrain aangemerkt.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op waardepeildatum.

3.2

Belanghebbende bepleit ter zitting een waarde van € 286.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de beschikte waarde tot op € 286.000.

3.3

De heffingsambtenaar persisteert in de beschikte waarde en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing