Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6568, 14/00590

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6568, 14/00590

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 september 2015
Datum publicatie
11 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6568
Zaaknummer
14/00590

Inhoudsindicatie

In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00590

uitspraakdatum: 8 september 2015

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 mei 2014, nummer AWB LEE 12/2815, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Heerenveen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 3 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 612.000.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de bestreden beschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 22 mei 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede mr. [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [B] .

1.7

Belanghebbende heeft voorafgaand aan de zitting van het Hof een pleitnota toegezonden, welke met instemming van de heffingsambtenaar is geacht ter zitting te zijn voorgelezen. De heffingsambtenaar heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De onroerende zaak is een vrijstaand woonhuis met een garage. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van 7.790 m². Bij de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak is de heffingsambtenaar uitgegaan van een inhoud van 900 m³ van het hoofdgebouw van de onroerende zaak (de woning).

2.2

In eerste aanleg is de inhoud van het hoofdgebouw door de heffingsambtenaar opnieuw gemeten en – onbetwist - vastgesteld op 767 m³.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2

Belanghebbende bepleit een waarde van € 580.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de beschikte waarde tot op € 580.000.

3.3

De heffingsambtenaar persisteert in de beschikte waarde en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing