Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6850, 14/01074

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:6850, 14/01074

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 september 2015
Datum publicatie
18 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:6850
Zaaknummer
14/01074

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling vrijstaande woonboerderij. Hof bepaalt waarde in goede justitie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/01074

uitspraakdatum: 8 september 2015

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 26 augustus 2014, nummer AWB 14/107, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hof van Twente (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 9 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) voor het kalenderjaar 2013, naar de waardepeildatum 1 januari 2012 en de toestandsdatum 1 januari 2013, vastgesteld op € 456.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (hierna: de aanslag) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 473,32.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 4 december 2013 de waarde van de onroerende zaak en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen de uitspraken van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak 26 augustus 2014 gegrond verklaard, de waarde vastgesteld op € 431.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2015 te Arnhem. Belanghebbende is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn zoon [A] . Namens de heffingsambtenaar is verschenen taxateur [B] .

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1.8

Na sluiting van het onderzoek ter zitting is op 16 juli 2015 een brief van belanghebbende bij het Hof binnengekomen. Het Hof heeft hierin geen aanleiding gezien het onderzoek op grond van het bepaalde in artikel 8:108 juncto artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht te heropenen en zal op dit stuk derhalve geen acht slaan. De brief is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woonboerderij met zes schuren/bergingen. Het bouwjaar van de woning is 1904. De inhoud van de woning bedraagt 586 m³. De oppervlakte van het perceel bedraagt 10.030 m².

2.2

Op het perceel is asbest aanwezig. Tot augustus 2012 hebben aan de onroerende zaak asbestsaneringswerkzaamheden plaatsgevonden. De sanering is niet afgerond.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de toestandsdatum 1 januari 2013.

3.2

Belanghebbende staat een waarde voor van € 330.000.

3.3

De heffingsambtenaar verdedigt de door de Rechtbank vastgestelde waarde van € 431.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing