Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7061, 14/01064
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7061, 14/01064
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 22 september 2015
- Datum publicatie
- 25 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:7061
- Zaaknummer
- 14/01064
Inhoudsindicatie
In geschil is of (de gemachtigde van) belanghebbende aanspraak kan maken op een proceskostenvergoeding overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit). Meer in het bijzonder is in geschil of de gemachtigde zijn werkzaamheden beroepsmatig verleend.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 14/01064
uitspraakdatum: 22 september 2015
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 25 augustus 2014, nummer AWB 14/253, in het geding tussen belanghebbende en
de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van de Regionale Belastingsamenwerking (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 13 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 911.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag in de onroerendezaakbelasting voor 2013 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld naar een waardegrondslag van € 911.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 25 augustus 2014 gegrond verklaard, de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd en de beschikking verminderd tot € 840.000, de aanslag in de onroerendezaakbelastingen overeenkomstig verminderd en gelast dat het griffierecht van € 44 wordt vergoed.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De gemachtigde is sedert 2010 ingeschreven bij het [C] thans [D] ( [D] ). Voorts heeft hij een niet-voltooide juridische opleiding gevolgd, studie Nederlands recht, aan de [E] te [F] (1986-1992). Hij houdt zich vooral bezig met het geven van adviezen op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
De gemachtigde heeft in de jaren 2014 en 2015 in ieder geval in twee zaken werkzaamheden als adviseur verricht. Dit lage aantal zaken is veroorzaakt door ziekte en operatief ingrijpen met nabehandeling, welke hem gedurende een periode van anderhalf jaar hebben belet zijn werkzaamheden te verrichten.
In de jaren voor 2014 heeft hij in 4 tot 5 zaken op jaarbasis betaalde werkzaamheden verricht voor cliënten.
Het maken van de factuur voor de verrichte werkzaamheden en de bijbehorende administratieve en fiscale verplichtingen worden verricht door [G] BV, statutair gevestigd te [H] ( hierna: de BV). De aandelen in deze BV worden gehouden door de vriendin van gemachtigde, mevrouw [I] . Deze BV ontvangt ook de betaling. In overleg tussen mevrouw [I] en de gemachtigde wordt een deel van de ontvangen betaling aan hem doorbetaald. Belanghebbende heeft zelf geen inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Belanghebbende heeft een factuur van de gemachtigde ontvangen. De factuur is aan de BV betaald.
De (gemachtigde van) belanghebbende heeft van de Rechtbank geen proceskostenvergoeding toegewezen gekregen.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of (de gemachtigde van) belanghebbende aanspraak kan maken op een proceskostenvergoeding overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit). Meer in het bijzonder is in geschil of de gemachtigde zijn werkzaamheden beroepsmatig verleend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot het toekennen van een proceskostenvergoeding overeenkomstig het Besluit voor de behandeling van de zaak in beroep en hoger beroep alsmede vergoeding van het voor de behandeling van de zaak in hoger beroep gestorte griffierecht.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.