Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7133, 15/00034, 15/00035, 15/00036

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7133, 15/00034, 15/00035, 15/00036

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 september 2015
Datum publicatie
2 oktober 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:7133
Formele relaties
Zaaknummer
15/00034, 15/00035, 15/00036

Inhoudsindicatie

Motorrijtuigenbelasting. Verwijzingsprocedure HR 19 december 2014, nr. 14/00478. Handelaarskenteken. Boeten terecht?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 15/00034, 15/00035 en 15/00036

uitspraakdatum: 22 september 2015

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratie (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 14 december 2012, nummers AWB 12/4877, AWB 12/4878 en AWB 12/4880, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] bv te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende zijn drie naheffingsaanslagen in de motorrijtuigenbelasting opgelegd van elk € 412 over de tijdvakken 8 januari 2011 tot en met 7 januari 2012, 19 januari 2011 tot en met 18 januari 2012 en 20 januari 2011 tot en met 19 januari 2012. Bij beschikking is bij elke naheffingsaanslag een verzuimboete opgelegd van € 412.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en boeten gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep tegen de naheffingsaanslagen ongegrond verklaard en het beroep tegen de boeten gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur in zoverre vernietigd en de boeten verminderd tot € 5, € 17 en € 18.

1.4

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het gerechtshof). Het gerechtshof heeft de naheffingsaanslagen verminderd en de boetebeschikkingen vernietigd.

1.5

De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie bij arrest van 19 december 2014, nr. 14/00478 (hierna: het verwijzingsarrest) gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof vernietigd, de uitspraak van de Rechtbank uitsluitend voor wat betreft de boeten vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het verwijzingsarrest verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof).

1.6

Na daartoe door het Hof in de gelegenheid te zijn gesteld heeft de Inspecteur een conclusie na verwijzing ingediend. Belanghebbende heeft geen conclusie na verwijzing ingediend, ofschoon het Hof haar daartoe herhaaldelijk in de gelegenheid heeft gesteld.

1.7

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Hoge Raad ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben.

1.8

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. [A] namens de Inspecteur. De griffier van het Hof heeft belanghebbende uitgenodigd op de zitting te verschijnen bij aangetekende brief van 30 juni 2015, die volgens de gegevens van PostNL op 1 juli 2015 om 9:47 uur is afgeleverd op het adres van belanghebbende. Belanghebbende is, alhoewel zij daartoe op de juiste wijze is uitgenodigd, zonder kennisgeving niet verschenen.

1.9

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is autohandelaar en beschikt over een of meer kentekens als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: de Wet).

2.2

Op 7 januari 2012, op 18 januari 2012 en op 19 januari 2012 is geconstateerd dat met een sedert 3 januari 2012 tot de bedrijfsvoorraad van belanghebbende behorende personenauto (hierna: de auto) gebruik gemaakt werd van de weg zonder dat de auto was voorzien van een kenteken in de hiervoor in 2.1 bedoelde zin (hierna: handelaarskenteken).

2.3

De Inspecteur heeft naar aanleiding van de hiervoor in 2.2 vermelde constateringen op de voet van artikel 69, tweede lid, van de Wet de onderwerpelijke naheffingsaanslagen in de motorrijtuigenbelasting opgelegd, telkens berekend over een periode van twaalf maanden gerekend tot de dag van de constatering, en daarbij een verzuimboete opgelegd van 100 percent.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur de boeten terecht heeft opgelegd.

3.2

De Inspecteur beantwoordt deze vraag ontkennend en belanghebbende beantwoordt deze bevestigend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan heeft de Inspecteur ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.4

De Inspecteur concludeert tot verdere vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraken op bezwaar.

3.5

Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt, tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing