Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8370, 15/00234
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8370, 15/00234
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 3 november 2015
- Datum publicatie
- 13 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:8370
- Zaaknummer
- 15/00234
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting. Koopzondag. Kenbaarheid voor belastingplichtige.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Nummer 15/00234
uitspraakdatum: 3 november 2015
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 28 januari 2015, nummer AWB 14/1779, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag parkeerbelastingen van de gemeente Zwolle opgelegd ten bedrage van € 58,60 (waarvan € 2,60 aan parkeerbelasting en € 56 aan kosten van de naheffingsaanslag).
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 28 januari 2015 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Op 4 juni 2015 en 21 september 2015 zijn bij het Hof nadere stukken van belanghebbende binnengekomen.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2015 te Arnhem. Belanghebbende is verschenen. De heffingsambtenaar is met kennisgeving aan het Hof niet verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Op zondag 6 oktober 2013 heeft belanghebbende, die in [Z] woont, zijn personenauto met het kenteken [00-YY-YY] omstreeks 12:00 uur geparkeerd aan de [a-straat] in Zwolle.
De [a-straat] is aangewezen als plaats waar op (onder meer) koopzondagen tegen betaling mag worden geparkeerd. Op de aan de [a-straat] geplaatste parkeermeters is aangegeven dat op koopzondagen van 13:00 uur tot 17:00 uur parkeerbelasting is verschuldigd.
Zondag 6 oktober 2013 is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle als koopzondag aangewezen. Het collegebesluit is bekendgemaakt in de Stentor van 11 december 2012.
De parkeercontroleur van de gemeente Zwolle heeft op 6 oktober 2013 om 15:17 uur geconstateerd dat geen geldig betaalbewijs zichtbaar aanwezig was in de personenauto van belanghebbende. Aan belanghebbende is vervolgens de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd.
De naheffingsaanslag is door belanghebbende in bezwaar en beroep vergeefs bestreden.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de onderhavige naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of voor belanghebbende kenbaar kon zijn dat hij op zondag 6 oktober 2013 aan de [a-straat] parkeerbelasting was verschuldigd. Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en de heffingsambtenaar bevestigend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslag.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.