Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8468, 14/00457
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8468, 14/00457
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 10 november 2015
- Datum publicatie
- 13 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:8468
- Zaaknummer
- 14/00457
Inhoudsindicatie
In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 14/00457
uitspraakdatum: 10 november 2015
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 april 2014, nummer LEE 13/637, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Súdwest-Fryslân (hierna: de heffingsambtenaar),
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 28 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 399.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de bestreden beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 april 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door [A] , alsmede namens de heffingsambtenaar [B] , bijgestaan door [C] (taxateur).
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De onroerende zaak is een vrijstaande woning met een inhoud van 652 m³. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van 1.237 m². Bij de onroerende zaak behoort een ligplaats voor een boot in een mandelige haven op ongeveer 70 meter van de woning.
De onroerende zaak is gelegen aan [D] ; de tot de onroerende zaak behorende walbeschoeiing bedraagt circa 52 tot 55 strekkende meter.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Belanghebbende bepleit ter zitting in zijn pleitnota een waarde van € 370.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de beschikte waarde tot op € 370.000.
De heffingsambtenaar persisteert in de beschikte waarde ad € 399.000 en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.