Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8882, 15/00048
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-11-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8882, 15/00048
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 24 november 2015
- Datum publicatie
- 27 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:8882
- Zaaknummer
- 15/00048
Inhoudsindicatie
In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum. Meer in het bijzonder is in geschil of de waarde overeenkomt met de door belanghebbende betaalde prijs van € 405.000.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 15/00048
uitspraakdatum: 24 november 2015
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 december 2014, nummer LEE 13/2161, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Weststellingwerf (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 50 te [Z] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013, vastgesteld op € 410.000. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking (en de aanslag OZB) gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 2 december 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [B] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De woning is een vrijstaande woning met garage, berging, erf en tuin met een inhoud van het hoofdgebouw van 356 m3. De woning heeft een woonoppervlakte van circa 100 m2 en een kaveloppervlakte van 8.050 m2. Het bouwjaar van de woning is 1982.
Belanghebbende heeft de woning op 8 februari 2012 bij voorlopige koopakte gekocht voor € 405.000 en op 4 april 2012 is deze bij notariële akte aan belanghebbende geleverd.
De heffingsambtenaar is bij het vaststellen van de beschikte waarde van de woning uitgegaan van de datum van de transportakte van 4 april 2012.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum. Meer in het bijzonder is in geschil of de waarde overeenkomt met de door belanghebbende betaalde prijs van € 405.000. Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vermindering van de waarde tot € 405.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.