Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9283, 14/00688
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9283, 14/00688
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 december 2015
- Datum publicatie
- 11 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:9283
- Zaaknummer
- 14/00688
Inhoudsindicatie
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer 14/00688
uitspraakdatum: 8 december 2015
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 10 juni 2014, nummer AWB LEE 13/3129, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Kollumerland (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 9 te [Z] (hierna: de onroerende zaak, ook wel: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 229.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 234.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 10 juni 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C] , taxateur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Dit betreft een vrijstaande van een harde dakbedekking voorziene woning met een inhoud van circa 381 m3, gebouwd omstreeks 1995, met een garage met een kap, een dakkapel en aan aanbouw van 64 m³ (bouwjaar 2008). De perceelsoppervlakte bedraagt circa 435 m2.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de beschikte waarde tot € 200.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.