Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9780, 14/01241
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9780, 14/01241
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 22 december 2015
- Datum publicatie
- 15 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2015:9780
- Zaaknummer
- 14/01241
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Vrijstaande woning. Hof bepaalt waarde in goede justitie.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 14/01241
uitspraakdatum: 22 december 2015
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 december 2014, nummer AWB 14/4471, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zaltbommel (hierna: de heffingsambtenaar).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 1a te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2013, voor het jaar 2014 vastgesteld op € 435.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2014 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 497,64.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 9 december 2014 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door taxateur [B] .
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Daartoe behoort een vrijstaand woonhuis met serre en aanbouw. De inhoud van deze opstal is ongeveer 623 m³. De oppervlakte van het perceel is ongeveer 655 m². De onroerende zaak ligt aan de rivier de Maas.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2013.
Belanghebbende is van mening dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak te hoog heeft vastgesteld en bepleit een waarde van € 381.000. Ter onderbouwing wijst hij op de eerder door de heffingsambtenaar verdedigde waarde van € 435.000 per waardepeildatum 1 januari 2011 indien de onroerende zaak op dat moment een woonbestemming zou hebben gehad. Sindsdien zijn de waarden van woningen in het algemeen en ook de voor de Wet WOZ vastgestelde waarden van de door de heffingsambtenaar gebruikte vergelijkingsobjecten gedaald. Op basis daarvan heeft hij de door hem bepleite lagere waarde berekend.
De heffingsambtenaar is van mening dat de beschikte waarde juist is vastgesteld en verwijst ter onderbouwing naar het door hem in eerste aanleg ingebrachte taxatierapport, opgemaakt door [B] op 24 juli 2014. [B] heeft de onroerende zaak uitpandig opgenomen. In dit taxatierapport is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum getaxeerd op € 435.000. Naast gegevens van de onroerende zaak bevat dit rapport gegevens van een aantal vergelijkingsobjecten.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en van de heffingsambtenaar, en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 381.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.