Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10197, 16/00045

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10197, 16/00045

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 december 2016
Datum publicatie
6 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:10197
Zaaknummer
16/00045

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waardevaststelling kantoorgebouw. Waardebepaling in goede justitie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 16/00045

uitspraakdatum: 20 december 2016

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 november 2015 nummer UTR 14/1220 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Almere (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 7 te [A] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 18.883.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2016 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [B] als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door ir. [C] RT, alsmede mr. [D] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door taxateur [E] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, plaatselijk bekend [a-straat] 7 te [A] . Het betreft een in het jaar 2000 gebouwd kantoorgebouw, bestaande uit vijf (nagenoeg) identieke kantoortorens. Elke kantoortoren bestaat uit zes bouwlagen (begane grond en vijf verdiepingen). De kantoortorens zijn onderling verbonden door middel van corridors op de eerste, tweede en derde verdieping. De onroerende zaak beschikt over een eigen parkeerterrein met 723 parkeerplaatsen. De bruto verhuurbare oppervlakte bedraagt 22.216 m2.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2012.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraken van de heffingsambtenaar, vermindering van de vastgestelde waarde tot € 15.282.356 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag OZB.

3.4

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht

6 Proceskosten

7 Beslissing