Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1163, 15/00925, 15/00926, 15/00927 en 15/00928
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1163, 15/00925, 15/00926, 15/00927 en 15/00928
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 februari 2016
- Datum publicatie
- 26 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:1163
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:3581, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2429, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/00925, 15/00926, 15/00927 en 15/00928
Inhoudsindicatie
Verpakkingenbelasting. Vormen infuuszakken belaste verpakkingen? Exotenlijst. Gelijkheidsbeginsel.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 15/00925 t/m 15/00928
uitspraakdatum: 16 februari 2016
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] b.v. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 juni 2015, nummers AWB 14/780,14/782, 14/783 en 14/784, in het geding tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Landelijk Milieubelastingteam/Arnhem (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn over de tijdvakken 2008, 2009, 2010 en 2011 naheffingsaanslagen in de verpakkingenbelasting opgelegd ten bedrage van respectievelijk € 84.498, € 122.785, € 125.985 en € 100.965. Daarbij is belanghebbende telkens heffingsrente in rekening gebracht.
Deze naheffingsaanslagen en beschikkingen inzake de heffingrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, door de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, voorts de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 19 januari 2016 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: mr. [A] en [B] namens de Inspecteur. Belanghebbende is niet ter zitting verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Afschriften hiervan zijn aan partijen verzonden op 22 januari 2016.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende behoort tot de [C] -groep en houdt zich bezig met de ontwikkeling, verkoop en distributie van hoogwaardige medische en farmaceutische producten en diensten in Nederland. Zij levert haar producten hoofdzakelijk aan ziekenhuizen, groothandelaren, verpleegtehuizen en thuiszorginstellingen.
Belanghebbende verkoopt onder meer infuusoplossingen die zowel in glas-, polyethyleen als in non-pvc (hierna: de infuuszak) beschikbaar zijn.
Ter zake van de in de onderhavige tijdvakken (2008 tot en met 2011) door belanghebbende geleverde – met infuusoplossingen gevulde – infuuszakken heeft belanghebbende geen bedragen aan verpakkingenbelasting op aangiften voldaan.
De Inspecteur heeft het standpunt ingenomen dat de infuuszakken belaste verpakkingen vormen in de zin van de verpakkingenbelasting. Daarom heeft hij de onderwerpelijke naheffingsaanslagen aan belanghebbende opgelegd.
Belanghebbende heeft deze naheffingsaanslagen in bezwaar en beroep bestreden, echter tevergeefs.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de onderhavige naheffingsaanslagen terecht aan belanghebbende zijn opgelegd. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of de infuuszakken belaste verpakkingen vormen als bedoeld in de verpakkingenbelasting. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan is door de Inspecteur ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken van de Inspecteur en van de naheffingsaanslagen.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.