Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1467, 14/01113

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1467, 14/01113

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 februari 2016
Datum publicatie
4 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:1467
Formele relaties
Zaaknummer
14/01113

Inhoudsindicatie

Wet woz. Waardevaststelling akkerbouwbedrijf. Gebruikersbelasting ozb. Woondelen.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/01113

uitspraakdatum: 23 februari 2016

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 11 september 2014, nummer UTR 13/4449, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Noordoostpolder (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 24 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2012 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2013 vastgesteld op € 514.000. In hetzelfde geschrift zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting 2013 (OZB) vastgesteld ter zake van de eigendom en ter zake van het gebruik van de onroerende zaak. De aanslag OZB ter zake van het gebruik (hierna: de aanslag gebruikersbelasting) is vastgesteld op € 445,99 en berekend naar een heffingsmaatstaf van € 346.000.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en – naar het Hof begrijpt – de aanslagen gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 11 september 2014 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 oktober 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C] en taxateur [D] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het object betreft een akkerbouwbedrijf met woongedeelte gelegen in een landelijk gebied. De onroerende zaak omvat diverse bergingen en schuren alsmede een in 1963 gebouwde woning. De totale oppervlakte van het perceel is 14.207 m², onderverdeeld in ondergrond bij woning inclusief tuin (1.000 m²), grond bij niet-woning (7.798 m²) en extra grond (5.409 m²).

2.2

In beroep heeft de heffingsambtenaar een taxatieopbouw overgelegd waarin de waarde van de onroerende zaak is getaxeerd op € 517.357, als volgt gespecificeerd:

woning

W

€ 151.632

vrijstaande berging

W

€ 1.920

kas type Venlo

W

€ 126

vrijstaande berging

W

€ 368

vrijstaande berging

W

€ 368

open werktuigenberging

€ 2.760

open werktuigenberging

€ 84.000

asbest opruiming

-/- € 2.500

schuur (hoofdschuur)

€ 28.350

verharding (grond)

1.800 m²

€ 16

€ 28.800

extra grond

5.409 m²

€ 5

€ 27.045

tuin incl. ondergrond woning (hierna ook: tuin)

W

1.000 m²

€ 22,10

€ 22.106

erf grond bij niet woning (hierna ook: erf)

7.798 m²

€ 22,10

€ 172.382

totaal

€ 517.357

2.3

De heffingsambtenaar heeft de extra grond afzonderlijk gewaardeerd. Voor de berekening van de grondwaarde van de overige grond is de heffingsambtenaar uitgegaan van een evenredige verdeling van de in aanmerking genomen grond van 8.798 m², waarbij hij de volgende grondstaffel heeft gehanteerd:

Staffel

Oppervlakte

Prijs per m2

Prijs per staffel

0-400

400

151,00

60.400,00

401-1000

600

28,00

16.800,00

1001-4500

3500

21,00

73.500,00

4501-7500

3000

12,00

36.000,00

7501-99999

1298

6,00

7.788,00

8798

22,10 *

194.488,00

* afgerond

2.4

De aanslag gebruikersbelasting is berekend naar een heffingsmaatstaf van € 346.000. De heffingsambtenaar heeft daarbij de waarde van de hiervoor met een W aangeduide gedeelten van de onroerende zaak buiten beschouwing gelaten. De gezamenlijke waarde van de overige gedeelten is volgens de onder 2.2 opgenomen opbouw € 340.837.

2.5

De heffingsambtenaar heeft de waarde van het woonperceel aldus vastgesteld op € 22.106 (1.000 m² x € 22,10) en de waarde van het bedrijfsperceel op € 199.427 (7.798 m² x € 22,10, ofwel € 172.382, vermeerderd met de afzonderlijk gewaardeerde extra grond van 5.409 m2 x € 5,00, ofwel € 27.045).

2.6

In de Taxatiewijzer Grond bij agrarische objecten, deel 20A, waardepeildatum 1 januari 2012 (hierna: de Taxatiewijzer), is onder meer het volgende vermeld over het vaststellen van de waarde van een agrarisch erf:

1.2 Gevolgen voor de waardering

(…)

Sinds de waardepeildatum 1 januari 2009 wordt er een verschil gemaakt in de waardering van een agrarisch erf waar een woning voorkomt (of mag voorkomen) en een agrarisch erf waar geen woning voorkomt (of mag voorkomen). (…)

Indien er bij een WOZ-object sprake is van een deelobject tuin (2030) en grond bij niet-woning (2110) dan moet voor het bepalen van de te hanteren grondprijs eerst deze 2 oppervlakken bij elkaar worden opgeteld.

Vervolgens moet voor dit oppervlak in de tabellen (bijlage 4) gezocht worden naar de te hanteren prijzen per m2.

(…)

1.3

Splitsing van de kavelwaarde bij objecten met een woning

Bij objecten met een woning moet de uiteindelijke kavelwaarde gesplitst worden in een waarde voor de tuin (2030) en het erf (2110).

Deze splitsing van de kavelwaarde kan op 2 manieren;

I. Op basis van een gemiddelde waarde

II. Op basis van de het toerekenen van de “dure” prijs per m2 aan de tuin van de woning (2030).”

2.7

In de tabel in bijlage 4 bij de Taxatiewijzer is voor het gebied Noordoostelijke Polder de volgende grondstaffel opgenomen:

Soort erf 0 t/m 401 t/m 1001 t/m 4501 t/m 7501 t/m

400 m2 1000 m2 4500 m2 7500 m2 9999999 m2

Met woning € 154,50 € 28,50 € 21,50 € 12,50 € 6,50

Zonder woning € 63,50 € 28,50 € 21,50 € 12,50 € 6,50

3 Het geschil

3.1

Tussen partijen is in geschil of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2012 te hoog heeft vastgesteld. Voorts is in geschil of de heffingsambtenaar de heffingsmaatstaf van de aanslag gebruikersbelasting te hoog heeft vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt beide vragen bevestigend en de heffingsambtenaar ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vermindering van de waarde, tot vermindering van de heffingsmaatstaf voor de aanslag gebruikersbelasting en – naar het Hof begrijpt – tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen OZB.

3.5

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Overwegingen

5 Proceskosten

6 Beslissing