Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1468, 15/00042 tm 15/00045
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-02-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1468, 15/00042 tm 15/00045
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 23 februari 2016
- Datum publicatie
- 4 maart 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2016:1468
- Zaaknummer
- 15/00042 tm 15/00045
Inhoudsindicatie
Loonbelasting. Bijtelling krachtens autokostenfictieregeling. Vergrijpboeten.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Nummers 15/00042 t/m 15/00045
uitspraakdatum: 23 februari 2016
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] BV te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 december 2014, nummers AWB 14/2259 t/m AWB 14/2262, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almelo (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2008 een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: LB/PVV) opgelegd tot een bedrag van € 35.014. Voorts is daarbij bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 17.507 en is een beschikking heffingsrente vastgesteld van € 4.534.
Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2009 een naheffingsaanslag LB/PVV opgelegd tot een bedrag van € 29.748. Voorts is daarbij bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 10.685 en is een beschikking heffingsrente vastgesteld van € 2.866.
Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2010 een naheffingsaanslag LB/PVV opgelegd tot een bedrag van € 16.395. Voorts is daarbij bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 13.545 en is een beschikking heffingsrente vastgesteld van € 1.170.
Aan belanghebbende is over het kalenderjaar 2011 een naheffingsaanslag LB/PVV opgelegd tot een bedrag van € 14.389. Voorts is daarbij bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 12.729. en is een beschikking heffingsrente vastgesteld van € 640.
Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslagen, de boetebeschikkingen en de beschikkingen heffingsrente bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft daarop bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag loonheffingen 2008 verminderd tot een bedrag van € 17.906, de daarmee samenhangende boetebeschikking en beschikking heffingsrente verminderd tot € 8.953 respectievelijk € 2.216 en de bezwaren voor het overige ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen inzake de boetebeschikkingen gegrond verklaard, de boetebeschikkingen voor 2008 en 2009 zoals deze na ambtshalve vermindering zijn vastgesteld gehandhaafd op € 4.875 (2008) en € 5.817 (2009), de boetebeschikkingen voor 2010 en 2011 verminderd tot respectievelijk € 6.375 en € 5.433 (de boete bedraagt daardoor voor alle opgelegde naheffingsaanslagen tezamen € 22.500) en de beroepen voor het overige ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 december 2015 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] en [B] namens belanghebbende, alsmede drs. [C] en mr. [D] als gemachtigden. Namens de Inspecteur zijn verschenen drs. [E] en [F] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
De bedrijfsactiviteiten van belanghebbende bestaan uit de bemiddeling bij het afsluiten van verzekeringen, hypotheken, kredieten, spaarproducten en beleggingen. [A] en [B] (broer en zus) zijn (middellijk) aandeelhouder van belanghebbende.
Belanghebbende heeft in de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011 auto’s ter beschikking gesteld aan haar werknemers [G] (hierna: [G] ), [A] en [B] . Het gaat om de volgende personenauto’s.
Voertuig catalogusprijs werknemer periode
BMW ( [YY-YY-00] ) € 21.148 [G] 02-09-2008 tot 08-01-2009
Mini ( [00-YYY-0] ) € 20.542 [G] 08-01-2009 tot 03-03-2009
Mini ( [00-YYY-0] ) € 20.542 [B] 10-03-2009 tot 09-08-2011
BMW ( [00-YY-YY] ) € 63.152 [B] 01-01-2008 tot 10-03-2009
BMW ( [00-YY-XX] ) € 80.241 [A] 01-01-2008 tot 15-05-2008
BMW ( [00-XX-XX] ) € 81.576 [A] 15-05-2008 tot 13-10-2011
Audi ( [00-XXX-0] ) € 30.817 [B] 09-08-2011 tot 31-12-2011
BMW ( [01-YYY-1] ) € 77.152 [A] 13-10-2011 tot 31-12-2011
Porsche ( [01-XX-XX] ) € 161.353 B.K. en [B] 06-03-2009 tot 31-12-2009
De correctie met betrekking tot de Porsche is niet in geschil.
Op 9 juli 2012 is een boekenonderzoek aangevangen bij [H] Holding B.V., 100% aandeelhouder van belanghebbende. Het onderzoek was onder meer gericht op de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen voor de jaren 2008 tot en met 2011 voor zover dit ziet op de bijtelling privégebruik auto. Van dit onderzoek is met dagtekening 6 februari 2013 een rapport opgemaakt.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslagen, beschikkingen heffingsrente en boetebeschikkingen tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Het geschil spitst zich hierbij toe op de correcties privégebruik auto voor de aan [G] , [B] en [A] ter beschikking gestelde auto’s, anders dan de Porsche.
Belanghebbende beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vermindering van de naheffingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente en vernietiging van de boetebeschikkingen.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.