Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-03-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2207, 15/00466

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-03-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2207, 15/00466

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 maart 2016
Datum publicatie
25 maart 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:2207
Zaaknummer
15/00466

Inhoudsindicatie

Watersysteemheffing. Ontvankelijkheid bezwaar. Rechtsgeldige bekendmaking aanslagbiljet?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 15/00466

uitspraakdatum: 15 maart 2016

nummer /

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Overijssel van 19 maart 2015, nummer Awb 14/132,

in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2013 aanslagen in de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen. Bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen de uitspraken van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 29 april 2015 ter griffie ingekomen.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 februari 2016 te Arnhem. Belanghebbende is verschenen. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. [A] , bijgestaan door [B] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende stond tot 2 april 2013 in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Steenwijkerland ingeschreven op het adres [a-straat] 5 te [C] .

2.2.

Met dagtekening 28 januari 2013 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende voor het jaar 2013 aanslagen in de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing opgelegd. Het aanslagbiljet is verzonden naar het adres [a-straat] 5 te [C] .

2.3.

Naar aanleiding van de uitschrijving uit de Gemeentelijke Basisadministratie heeft de heffingsambtenaar op 11 april 2013 de aanslag zuiveringsheffing ambtshalve verminderd. Een kennisgeving van deze vermindering heeft hij gezonden naar het adres [b-straat] 89 te [Z] .

2.4.

Belanghebbende heeft met dagtekening 11 juni 2013 bezwaar gemaakt tegen de in geding zijnde aanslagen. De heffingsambtenaar heeft het bezwaarschrift ontvangen op 24 juni 2013 (volgens het verweerschrift voor de Rechtbank), dan wel op 3 juli 2013 (volgens de aan belanghebbende gezonden ontvangstbevestiging).

2.5.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de heffingsambtenaar belanghebbende terecht niet‑ontvankelijk heeft verklaard.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, gegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar, ontvankelijkverklaring van de bezwaren en vernietiging van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing