Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2550, 15/00653

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2550, 15/00653

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 maart 2016
Datum publicatie
8 april 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:2550
Formele relaties
Zaaknummer
15/00653

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Scholingsuitgaven. Trainingen. Persoonlijke ontwikkeling. Verband met verwerven van inkomen.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 15/00653

uitspraakdatum: 30 maart 2016

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z]t (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 april 2015, nummer AWB 14/5375, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen opgelegd (hierna: de aanslag IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.177 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 369. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 925.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag IB/PVV verminderd tot een aanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.942. De daarbij genomen beschikking heffingsrente is verminderd tot € 917. Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag IB/PVV verminderd tot een aanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.942 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 369. De Rechtbank heeft de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoort voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2016 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede haar gemachtigde [A] . Namens de Inspecteur is verschenen [B] , bijgestaan door [C] .

1.7.

De gemachtigde heeft ter zitting een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De feiten

2.1.

Belanghebbende genoot in 2010 een zogenoemde Wajong-uitkering en had daarnaast inkomsten uit verschillende dienstbetrekkingen. Belanghebbende had te kampen met psychische problemen, waarvoor belanghebbende een behandelindicatie had en waarvoor zij is behandeld. Door eerdere ervaringen van belanghebbende op het werk met mannelijke collega’s die oneerbaar gedrag vertoonden, was het voor belanghebbende moeilijk om zich in een werksituatie te handhaven. Daardoor was het vinden en behouden van betaald werk voor haar erg lastig.

2.2.

Belanghebbende heeft in 2010 diverse trainingen gevolgd, waarvoor zij de kosten zelf heeft moeten betalen. Belanghebbende heeft die kosten als scholingsuitgaven in aftrek gebracht in haar aangifte IB/PVV 2010. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de onderhavige aanslag de kosten niet in aftrek geaccepteerd. In hoger beroep zijn de kosten van twee trainingen nog in geschil, namelijk:

a. a) Byron Katie: trainingen gericht op gedragsveranderingen, met name beter leren omgaan met stress en woede. Belanghebbende heeft vier weken een programma doorlopen in een Turn Around House in Ojai, Californië (hierna: het Byron Katiehuis) en heeft vervolgens een certificeringsprogramma doorlopen, namelijk The School for The Work en Certification Program for The Work. Het doorlopen van het certificeringsprogramma is een voorwaarde om als hulpverlener van Byron Katie te mogen werken. De totale kosten van de Byron Katie-trainingen bedroegen € 18.597;

b) Body&Mind: beroepsgerichte trainingen gericht op het inzichtelijk maken van karakterstructuren, waarbij onder andere met familieopstellingen wordt gewerkt. Deze trainingen hebben € 767 gekost.

2.3.

In 2011 heeft belanghebbende bij [D] een opleiding gevolgd tot plc programmeur. Zij is aansluitend bij [D] als plc programmeur betaald werk gaan verrichten en is daarna, tot op heden, als plc programmeur in dienstbetrekking werkzaam bij [E] . Zij ontwikkelt besturingssystemen. Sinds 2011 geniet zij geen Wajong-uitkering meer.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de uitgaven die belanghebbende voor het volgen van de onder 2.2 genoemde trainingen heeft gedaan, als scholingsuitgaven in de zin van artikel 6.27, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) kunnen worden aangemerkt. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert, naar zij ter zitting van het Hof heeft verklaard, tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en, kort gezegd, tot aftrek van scholingsuitgaven tot een bedrag van € 15.000.

3.4.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing